De prijzen voor de beste gedichten van 2005, de Gedichtendaggedichten, gaan dit jaar naar ‘Ieper’ van Koenraad Goudeseune, ‘Slotgebed’ van Erik Jan Harmens en ‘Bezopen wijst big in satijnen corset’ van Piet Gerbrandy. De prijzen worden uitgereikt op gedichtendag, 26 januari.
Koenraad Goudeseune
Ieper
Meisjes hebben geen borsten,
laat staan grote.
Maar soms toch wel
die welving plots.
Altijd moet ik van de fiets
als ik zo'n meisje zie.
‘Welkom,’ wil ik zeggen
of ‘Draag er zorg voor.’
En laatst dacht ik aan een jongeman
die met slaap in de ogen naar de oorlog trekt.
Ieper, anno 1914.
De Groote Oorlog is nog jong,
is pas begonnen.
Zoals de bieten op het veld
ooit grote joekels van bieten zullen worden.
Als hij dan nog leeft.
Piet Gerbrandy
Bezopen wijst big in satijnen corset
je een bed onder twinkelend hangvat
vol tulpen met uitzicht in bouwput. Hier
mollen verlepten de tango hier groeien
winkels van zucht waar klieren verpatsend
vaarsogigen bokken uitzuigen. Hier
bloeien op inktvissen slurpende kaden
naphandige havenbaronnen paleizen van glas
tegemoet waar in knechten belegd is. Hier
lezen gelauwerde dichters in hennepen
toga's hun pinkstergetongde sermoenen
tot grenzen slechtende nemers. Hier
het hardhouten bed waar men gelige
zaakmakkers wurgt met bedwelmend contract
dat men bommen ontwerpt voor de negers. Hier
de roosarmige zeug in strak bombazijn
zweet zij bleekgezicht koop je mijn
kut en het leer van mijn zwerende zolen.
strange fruit hanging from the poplar trees
[pagina 31]
[p. 31]
Erik Jan Harmens
Slotgebed
wat ik eigenlijk wilde zeggen is ik wil niet dat deze dagdromer gekooid
en geboeid wordt afgevoerd en sukadelappen moet vreten hij heeft
liever nuggets maar hij kan dat niet zeggen als-ie sukadelappen op zijn
bord zal hij zijn lippen op elkaar drukken en wegkijken en leg je dan
alsnog nuggets dan weigert hij ze niet uit halsstarigheid
hij bout zijn broek vol maar als je dan vraagt of-ie gebout
zegt-ie niet gebout niet gebout en hou dan je wijsvinger in
als het regent zegt hij regent
en als de auto rijdt zegt-ie gaat maar rijden
heb 'm lief als hij dat blijft volhouden tot je band zegt klap
dan zegt-ie gaat maar stoppen en dat zolang en zolang
tot je weer gas
wat-ie dan zegt is ingemaakt in pekel
nu iedereen dood merk ik dat ik met de dag meer autist
en hij wat weg krijgt van een mediator
zo legt hij een extra punt appelkruimeltaart op mijn bord
zo knijpt hij een bij in tweeën
die daar ben ik van overtuigd het op mijn nektattoo voorzien had
zo slaat hij me in het gezicht omdat daar ben ik van overtuigd
een kutopmerking in de weg van mijn hart naar mijn huig
besloten ligt
wat ik eigenlijk wilde zeggen is kit je lippen dicht
wat ik niet had moeten zeggen is dat soms alles in mijn handen
vrschrmplt het dienblad met shooters mijn lege portefeuille mijn zoon
die wegkijkt mijn aangevreten vader en de warmebroodjesnonfictie
de formats de achterflapteksten de leesclubjes de googleturfers
de dichtbundelinmekaarnieters de bangomteduikers de
bangomtereizers de bangomdoordemandtevallers de schijnophouders
de schouderophalers en de documentairemakers die het scrotum
niet hebben om een aangereden zwaan de nek om te draaien die
het scrotum niet hebben om een wangdoorregen baars op het dek
te klappen maar wel een item zien in jouw schoorvoeten jouw dralen
jouw flikkergeween jouw uitdekastkomen waar ik op kots maar ik
applaudisseer ervoor zoals ik voor alles klap mijn eelten handen
mijn moegecheerde keel mijn slapgezwaaide armen
voor de uitvallers de opvangers van die uitvallers
de bewonderaars van de opvangers de plakplaatjesverzamelaars
voor de nuggetvreter de nuggetindemayonaisedipper
de kipcornindemayonaisedipper de kipkluifindemayonaisedipper