Awater. Jaargang 5(2006)– [tijdschrift] Awater– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 26] [p. 26] Nieuw werk Jan-Willem Anker Ruimte Als iemand die van onweer houdt ontbreekt het je aan houvast, iets tastbaars. Je staat stil bij een gebrek aan afgronden. Ha ha ha die van het geestelijke soort! Je denkt de wereld te zien als parcours, maar wiens hobbels, wiens obstakels staan je in de weg? Af en toe komen vreemde tranen aangewaaid. Creoolse aubergine op het terras van café Broers ‘Als vrouwen over emoties praten worden ze zeeziek.’ Het meisje dat langs loopt kijkt of ze laatst nog zon op wraak vanwege een soortgelijke opmerking. ‘Ha, creoolse aubergine, dat is een goeie metafoor voor jeweetwel.’ Je kop slaat paars uit alsof je het parasolletje van je gin-tonic hebt ingeslikt. ‘Kan iemand de Heimlich manoeuvre?’ Het meisje zucht, schudt de haren los, schraapt verlekkerd de keel. [pagina 27] [p. 27] Wat ze van ons denken Wat ze van ons denken is hun gebrek niet onze verdienste. Ze sussen hun geweten door zichzelf om te draaien wie weet waarheen. We wisselen van houding herbouwen wat ons omgeeft vernieuwen onze routes. Zo is het voor iedereen eenvoudig opnieuw beginnen. Om te overleven Om te overleven schouwen we je weg slokken we je schaduw op. We plaatsen je achter ons, zo dichtbij dat ons bloed verkeerd begint te stromen. Lievevrouwenbedstro omgroeit ons bedenkelijk snel. Met onze rug naar je toe wachten we je in slaap, blazen onhoorbaar onze herinneringen uit. Geen sterfscène zullen we nog delen. Ons hiernamaals is leeg en ontoegankelijk. Jan-Willem Anker (1978) debuteerde in 2005 met de bundel Inzinkingen (De Bezige Bij). Momenteel werkt hij als programmeur bij Stichting Poetry International. Vorige Volgende