als wie het niets meer schelen kan dat zij verjaart:
ik wil het niet. En zeker niet dat
iemand zal vergeten hoe je bent geweest
toen je nog niet bestond uit wat je worden moest.
Vandaar: laat het maar liefst vandaag
en zozeer nu dat daar geen eind aan komt.
Want ik wil al die tijd, ik wil de tijd
van al je jaren niet meer kwijt.
En net zo min wil ik dat iemand
met míj lacht wanneer ik tachtig ben
en het onnoemelijke nog wil benoemen,
een laatste keer het glanzen van een schouder,
de tintelingen in je ogen poog te roemen
tegen vergetelheid, versletenheid, verdwenenheid.
Luuk Gruwez (1953) is dichter en schrijver. Bij Uitgeverij De Arbeiderspers publiceerde hij onder andere de dichtbundels Dikke mensen, vuile manieren en Dieven en geliefden.