Tenslotte kan worden opgemerkt dat het de dichter nier ontgaat dat ideologieën in vele gevallen een bizonder twijfelachtige rol kunnen spelen in het niemandsland, zoals blijkt uit het laatste gedicht dat in deze korte inleiding moge worden geciteerd.
Pias
was 't rijverkeer gestremd.
In de ontmoeting van het ego, verbeeld door de bont opgestelde pias, en het alter ego, verbeeld als de onzichtbare bestuurder van de wegstuivende auto, spreekt de geheimzinnige en toch overduidelijke stem van het geweten die, volgens de bekende uitspraak van Heidegget, uit de verte klinkt en in de verte verklinkt.
De titel van de derde afdeling, die eveneens voor de gehele bundel werd gekozen, is ontleend aan de naam van de indiaanse