Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid
(1952)–K. ter Laan– Auteursrecht onbekend[Wereldlijke Liedboeken]Liedboeken, Wereldlijke -, buitengewoon talrijk; o.a.: Een Schoon Liedekens Boeck, het beroemde Antwerpse Liedboek van 1544, slechts in één ex. bewaard te Wolfenbuttel; uitgegeven in 1855 door Hoffmann von Fallersleben als deel XI der Horae Belgicae en opnieuw door W.G. Hellinga, 1941. Zie ook Koepp. Het eerste tot elfde Musyck Boecxken, van Tielman Susato te Antwerpen, 1551-'61. Een Duytsch Musyck-Boek, te Leuven en te Antwerpen, 1572. Dboec der Amoreusheyt, met andere gedichten als Epistels of Minnebrieven van Casteleyn en Questiën oft Raetsels der Minnen van M. v. Vaernewijck; Antwerpen 1580. Iepersch oud-liedboek, opnieuw uitgegeven door A. Blyau en M. Tasseel, 3 afleveringen, 1900-'3. Coornhert, Lied-boeck, nu verbetert, 1575. Geusen Lieden Boecxken, 1581; zie Geuzenliederen. Een Aemstelredams Amoreus Lietboeck, 1589. Nieu Amstelredams Lied-boeck, 1591. Pieter Lenaerts van der Goes, Druyven-Tros der Amoreusheyt, 1602. Den Nieuwen Lust-Hof, 1602, het liedboek der Oude Kamer te Amsterdam; ‘verbeterd’ 1604, '7 en '10. Eerste Amoureus Liedt-Boeck, Amst. 1605. Tweede Nieu Amoureus Liedtboeck, idem. Nieu Groot Amstelredams Liedtboeck, idem. Den Bloem-Hof van de Nederlantsche jeught, 1608; 2e druk 1610. Al deze Amsterdamse boekjes vol bruilofts-, drink- en nieuwjaarsliederen. Sommige drukken van Den Lusthof en Den Bloem-Hof bevatten ook nog Den bloeyenden Meywaghen, ‘vol amoreuse ghesanghen.’ Den Nederduytschen Helicon, 1610. Boudewijn Jansen Wellens, t'Vermaeck der jeucht, Franeker 1612, met verzen van Starter in de uitgave van 1617. Bernardt Ruissenberch, Flora of boomgaerd der lieflijcke bloemen, 1615, bij Pers. Apollo of Ghesangh der Musen, 1615, bij Pers; verzameling van Bredero; 13 liedjes van Hooft, 2 van Coster, 4 van hem zelf. G.A. Bredero, Boertigh, Amoreus en Aendachtigh Groot Liedboeck, 1622. De minneliedjes ook afzonderlijk als De groote bron der minnen, 1622. Jan Starter, Friesche lusthof, 1621. Nieuwen Jeucht-Spieghel. Ter eeren van de Jonge dochters, 1620. Venus Minne-gifjens, 1622, Amsterdam. J.C. Wydstraet en A.E. Drost, Schoon-hoofs Lust-prieelken; 1624. Navolging van Hooft, Bredero, Starter. Minne-plicht ende Kuysheyts-kamp, 1626. Valerius, Nederlandtsche gedenck-clank, 1626. Amsterdamsche Pegasus, 1627; zie M. v. Velden. Hollands Nachtegaeltien, 2 delen, 1633. Dan. Jonctys, Roseliins ooghies, 1639. K. Zweerts, Boertige en Ernstige Minnezangen. Eenen nieuwen Antwerpschen Liekens-boeck, van de Kamer ‘De Goudt-blom,’ 1654. Guilliam v.d. Borcht, Brusselsche Bloemhof van Cupido, 1641. H.J. Prins, Medenblicker Scharre-Zoodtje, 1650. De Olipodrigo, 1654, gevolgd door De Koddige Olipodrigo, 1654. Met gezangen en levertjes, platen en muziek. Jacobus de Ruyter, Den vrolycken Speelwagen. Alcmaerder Liet-boexken, 3e druk, 1667; een mopsje. zie daar. Enchuyser Lied-boexken, 1668. Jhr. Livinus van der Minnen, Den eerelycken Pluck-voghel, 1669; Antwerpen. Joan Luycken, Duytse Lier, 1671. Het nieuwe Hoornse Speel-werck van C. Croock, 1672; tweede druk 1732. 't Hoorns Treck Schuijtje is van 1663. Calliope of Vermakelijke Zanggodin, 1655, uitgegeven bij Jan van Duisberg; zie daar. Haerlemse Mey Bloempjes, 1649. Amsterdamsche Minne Zuchiens, 1643. Apollo's Minnezangen, 1663. Fr. Verloo, D'Amstelsche Zang-goddin, 1660. De Lachende Apol, 1669. Den Koddigen Opdisser, Amsterdam, 1678. Amsterdamse mengel-moez, bestaande in Kusjens, minne-deunen, drinkliederen, 1658. Pans Fluitje, 1640; zie daar. Amsterdamse Spin-huys ofte Lust-hof der adellijcke jufferen, 1680. 't Groot Hoorns Liedt-boekje, 1687; een der allerbekendste mopsjes. J. Jonker, De vrolyke bruiloftsgast: Bestaande in boertige bruidlofs levertjes en vermakelyke minnedigten, 1697. Lieties en Contredansen, zie daar. Thirsis Minnewit, 1708-'11, drie delen. Zeer vaak herdrukt. Achter de druk van 1752 De Vrolyke Zanggodin. | |
[pagina 309]
| |
Jan van Gyzen, De vermaackelyke Haarlemmerhout, 6e druk 1715. Jan van Elsland, Het vrolyk gezelschap der negen Zanggodinnen, 1717. Het Vermaakelyke Haagsche Bosch, 1714. De Amsterdamse Gaare-keuke, 1714. Gysbert Tysens, Apollo's Marsdrager, 1715 en '17, twee delen. De Scheveningsche Pinxter-vreugd, 1729. Apollo's Kermis-gift, 2 delen, 1740; een van de duurdere boekjes evenals Apollo's Nieuwejaers-gift, 1742, ‘aen het bekoorlijke Holl. jufferschap’, en Apollo's Vastenavond-gift, 1745. Clio's Maeszangen, Rotterdam 1745. De Haarlemse Hartjesdag of de Vermakelijke Konijnenvangst, 1738. Bevat het lied van Floris en Blanchifleur. Delftschen Helicon ofte grooten Holl. nachtegael, 1720. Princelyke Nieuw-jaars-gift of het Oranje Hof in vreugde, 1747, en Het Oranje Vreugde-Maal, 1747. De nieuwe vermakelijke Snuyf-doos, 1750. De nieuwe Overtoomse Marktschipper, tot heden herdrukt; 2 delen. Ook Durkerdammer Kramer genoemd, met als vervolg De Zingende Zwaan, 1759. Het nieuwe Medemblikker Scharrezoodje, 1766. Het springende Haasje. Vermakelijke Haagsche Taptoe, 1774. De Amerikaansche Koopman. De Oost-Indische Theeboom, 1767. De Nieuwe Oost-Indische Roozeboom, ± 1765, met het lied van de Soudaansdochter. De vermakelijke Cupido of de verliefde minnares, bij S. en W. Koene te Amsterdam. Het Hernhutsche Nachtegaaltje, 1757-'64 in 2 deeltjes, ‘zingende honderd nieuwe airtjes.’ H. van Vijfderlye, Den Vlaemschen Papegaey, Brugge. Het vrolijk gezelschap op Amstels zangburg, 2 delen, 1780. De Vroolyke Oost-Indies-vaarder, 1782. De Vrolyke Kramer, zeer gezocht 11e druk 1747. Het Hollands Water-Baarsje, 1787. De Amsterdamsche Kermisvreugd, 1793. De Bloemendaler Minnezangster. De Vrolyke Schoorsteenveger, 1791. De Lustige Jager. De Zingende Kruijer. Het Vermakelyke Vrouwen-Tuyntje, 1786. De drie vrolyke Reizigers, Amsterdam 1798. Patriotse Liedboeken, o.a. Bataviesche Liederen, 1785. Vaderlandsche Liederen voor de gewapende Studenten, van J. 't Hooft; lofzangen ‘voor de helden van dezen tijd.’ Zie ook Bellamy. Zeven Utrechtsche Gezangen, 1786. Dan in 1787 Het Oranje Trompetje, Het Oranje Tortelduyfje en De Oranje Nachtegaal, Gedrukt in de Oranje stad
Daar Prins Willem vrienden had.
Maar in 1795 de Volkszangen van het Comité Revolutionair, Nationaale Volksliedjes en Nederlandsche Vrijheidszangen. In 1804 nog Bataafsche Volksliedjes, met een Vrijheidslied op de wijs der Marseillaise. In de 19e eeuw: Het Spreeuwtje, uitgegeven door 't gezelschap Democriet te Haarlem, 1808. Volksliedjens van het Nut, 5 deeltjes, 1788-1807; zie Maatschappij. Volksliedjes van Th. v. Ryswyck, 1846; Antwerpen. Vrijheidsliederen in 1813-'15; daarbij Nieuw Liedenboekje van Mr. Bilderdijk, Mw. Bilderdijk en Wiselius; het Nieuwe-Haringlied van Spandaw; in 1815 Wien Neerlands Bloed en Wij leven vrij. Daarop de Bekroonde Volksliederen van Withuys en Mr. G.P.E. Robidé van der Aa. Tot op onze tijd worden nog als volksliedboekjes gedrukt, o.a.: Overtoomsche Marktschipper, Zingende Zwaan, Zingende Nachtegaaltje, Zingende Kruier, Vrolijke Schoorsteenveger, Lustige Jager, Bloemendaler Minnezangster, Vrolijke Zanger, Stoomboot Apollo, Het Vrolijke Bleekersmeisje, Het Haagsche Bosch, De Spoorwagen, (12e druk). zie Kalff, Valerius, Bols, J.H. Scheltema, F. v. Duyse. Overzicht bij D.F. Scheurleer in zijn Ned. Liedboeken, 1912; eerste vervolg van A.J. de Mare, 1923; bij Le Jeune, 1828. Verzameling bij Hoffmann von Fallersleben, Horae Belgicae, IIa en XI; bij Blommaert Politieke Balladen; bij Willems, Oude Vlaemsche Liederen; bij Van Vloten, Ned. Liedeboek, 1850; bij Snellaert, Oude en Nieuwe Liedjes, 1852-'64; bij Lootens en Feys, Chants populaires flamands, 1879. Liederboeken uitgegeven door het Willemsfonds, 1892, en door het Nut, 1896. Liederboek van Groot-Nederland door F.R. Coers, 1896-1902. Dr. C.C. v.d. Graft, Mnl. Historieliederen. Dr. Scheurleer, Van Varen en van Vechten. Zie ook Klein Jan. Frysk Lieteboekje for eltsenien, van het ‘Selskip’, 1911. Oude en Nieuwe Groninger Liederen, door P. Groen, 1930, met de zangwijzen, voor piano bewerkt door G.R. Jager. Zie verder Jaap Kunst en D. Wouters. H.F. Wirth schreef in 1911 Der Untergang des niederl. Volksliedes. Nieuwe uitgave: Het Dietsche lied in de M.E. door | |
[pagina 310]
| |
H. Godthelp en A.F. Mirande. Op l April 1944 verscheen in bezet Nederland Het Vrij Ned. Liedboek, bloemlezing van gedichten, natuurlijk zonder namen, sedert Mei 1940. |
|