[G. Kalff]
Kalff, G. -, 1856-1923, hoogleraar in het Ned. te Leiden. Maakte zich al aanstonds bekend door zijn proefschrift over Het Lied in de Middeleeuwen, 1883. Gaf 1885 de Mnl. Epische Fragmenten uit; in 1895 Literatuur en Toneel te Amsterdam in de 17e eeuw. Hoofdwerk Gesch. der Ned. Letterkunde, sedert 1906, in 7 delen. Verder Trou moet blijcken, fragmenten van kluchten der 16e eeuw, 1889; Vondels Leven, 1896; Ned. Dichters der 17e eeuw (Vondel, Cats, Huygens, Hooft en Camphuysen), 1901. Bloemlezing Dichters van den Ouden Tijd. Van 1905 Van zeevarende Luyden en Zee-Poëten, een boekje tot inleiding van Varen en Vechten van D.F. Scheurleer. Van 1914 Inleiding tot de studie der literatuurgeschiedenis. Zijn werk over de West-Europeesche Letterkunde, deel I, verscheen 1923; deel II na zijn dood in 1924. Kalff heeft door zijn werk een grote invloed geoefend op de studie van de geschiedenis der Ned. letteren; de Beweging van Tachtig vond bij hem slechts matig waardering. Hij was een v.d. oprichters van Volksweerbaarheid.