Nieuwsbrief
2 november 2020
Nieuws van de DBNL - november 2020
Terugblik Week van het Nederlands
Van 3 tot en met 10 oktober vond de Week van het Nederlands plaats en wat hebben we genoten. We kunnen nog even verder nagenieten met de zogeheten Andersomuitdaging van DBNL die in de Taalkrant verscheen: schrijf een spannend verhaal van drie zinnen met zoveel mogelijk keerwoorden. Hieronder de winnende bijdrage:
"Nadat klotetolk Otto Reinier zijn vingers ongevraagd in de borsten van kok Anna Rever nepen in de serres van Bob Sus, gooide Anna die lul op de terugweg woedend uit haar racecar. De netsten onder haar neven sloegen met negen stokken en een lepel op zijn hoofd en kaak tot hij dood was, wikkelden hem in netten en verstopten hem toen in een kajak. Na deze wrede daad die zij raar maar waar voor de lol deden, aten zij meeneem tot er één keiziek werd, één groen keek en de rest geen pap meer zeggen kon."
Veelgestelde vragen over DBNL
Heeft u vragen over de DBNL? Vanaf vandaag is er een pagina met veelgestelde vragen beschikbaar op de website. Op deze pagina worden onderwerpen als selectie, auteursrechten en digitaliseringsverzoeken kort toegelicht.
Nieuwe titels van november
Voor wie scheurkalenders met kattenplaatjes zat is, verschijnt er deze maand op de DBNL een alternatief uit de zeventiende eeuw. De Grote schrijf almanach is een almanak, een jaarboekje met tijdrekening en astronomische gegevens, uit 1641. Alle belangrijke (katholieke) feestdagen staan erin. Daarnaast bevat het een planning van de jaar- en paardenmarkten uit dat jaar. Zo kon je op dinsdag 10 februari de jaarmarkt in Alkmaar bezoeken.
Bovenop praktische informatie bevat het boekje ook de fases van de maan met bijbehorende data en staat bij elke dag een sterrenbeeld afgebeeld. Bij elke maand is sprake van een ‘oude’ en een ‘nieuwe stijl’. Deze ‘stijlen’ verwijzen naar de overgang van de Juliaanse (de oude stijl) naar de Gregoriaanse kalender (de nieuwe stijl). In de praktijk was dit een verschuiving van tien dagen. In de Nederlanden werden een tijd lang beide kalenders naast elkaar gebruikt, vandaar dat je in brieven en dit soort boeken uit de zeventiende eeuw vaak de benamingen ‘oude’ en ‘nieuwe stijl’ terugziet. Of dit op net zo veel weerstand kon rekenen als de huidige omschakeling van zomer- naar wintertijd, is helaas niet duidelijk.
Van de jaarmarkt in Alkmaar vertrekken we naar Haarlem, een stad waarover Samuel Ampzing in 1628 een uitgebreid historisch lofdicht schreef met de titel Beschryvinge ende lof der stad Haerlem in Holland. Dit werk geeft een leuke indruk van de (culturele) elite van die tijd. Menig levensbeschrijving en/of lofdicht wordt opgedragen aan bekende (en nu soms wat minder bekende) namen. Zo zijn er in het werk (betwistbaar) historische brieven van Alva en Willem van Oranje te lezen. Daarnaast draagt ook de elite zelf bij aan dit werk, in de vorm van lofdichten. Petrus Scriverius bijvoorbeeld schreef het volgende:
Sal Ampzing dan sijn lust in Haerlem niet versaen?
En haeren roem en lof met meerder recht bestaen?
So veel als Sparens-stad, so lustig van waranden,
So vruchtbaer ende vet, meer is dan dorre stranden,
En 't nest van Ithaca: so yverd hy te meer
Tot lof van Kenemers, en sijner ouders eer.
Ovidius schreef ook brieven, maar bij hem waren ze duidelijker fictief. Hij creëerde het genre van de heldinnenbrief, waarin hij in de woorden van fictieve vrouwen opschreef hoe het was om op afstand lief te moeten hebben. Olga van Marion heeft in haar Heldinnenbrieven. Ovidius’ Heroides in Nederland een corpus van 840 van dit soort brieven aangelegd, die nu allemaal te vinden zijn in de DBNL.
Ten slotte verschijnen deze maand in de DBNL een aantal jaargangen van De Vlaamse Gids, Het Boek en de volledige dertien delen van Jacob van Lenneps Poëtische werken.
Parels uit de DBNL
Bij koud weer en warme dranken horen spannende verhalen om bij weg te dromen onder een dekentje op de bank. Een voorbeeld van zo’n spannend verhaal is het middeleeuwse werk Karel ende Elegast. Deze korte roman in verzen vindt zijn oorsprong rond 1250 en behoort tot het genre van de Karelroman, wat betekent dat het een roman is die focust op gebeurtenissen en personen rond Karel de Grote. Karel de Grote speelt vreemd genoeg niet altijd een grote rol in deze romans, maar in Karel ende Elegast krijgt hij wel degelijk de hoofdrol.
Terwijl Karel de Grote de nacht voor de hofdag ligt te slapen in zijn kasteel te Ingelheim, wordt hij gewekt door een engel die hem beveelt te gaan stelen. De koning vertrouwt de engel niet en pas als die zijn boodschap drie keer herhaalt – want drie is immers het getal van God – trekt hij erop uit. Tijdens zijn zwerftocht in het donkere woud ontmoet hij een figuur gekleed in zwart, dat als volgt beschreven wordt:
“Met wapenen swart als colen Swart was help ende schilt / Die hi aenden hals hilt / Sinen halsberch mochtmen loven / Swart was den wapenroc daer boven. / Swart was dors daer hi op sat / Ende quam enen sonderlingen pat / Dwers riden doer den woude / Alsen die coninc ghemoeten soude”.
Karel vreest even dat het de duivel zelf is, maar het blijkt de ridder Elegast te zijn, die hij jaren eerder ten onrechte had verbannen. Samen ontrafelen ze een samenzwering tegen de koning en uiteindelijk wordt Elegast beloond voor zijn trouw.
De Karelromans uit de Lage Landen kennen hun oorsprong in de nog oudere Franse 'chansons de geste' die vanaf 1100 opgeschreven werden in handschriften. Ondanks de inhoudelijke verbintenis tussen de twee genres, vertoont de Karelroman Germaanse trekjes. De ‘laisses’, strofen van ongelijke lengte die typerend zijn voor de chansons de geste, worden bijvoorbeeld vervangen door paarsgewijs rijmende verzen (te zien in het bovenstaande fragment uit Karel ende Elegast). De meeste Karelromans hebben een duidelijk Franse bron, maar ook daarin onderscheidt Karel ende Elegast zich. Onderzoekers vermoeden zelfs dat de tekst oorspronkelijk Middelnederlands is. Het is zonder twijfel ook een van de meest populaire verhalen rond Karel de Grote, want ook al ontstond de tekst waarschijnlijk in de dertiende eeuw, ten tijde van de boekdrukkunst werd deze nog vele malen gedrukt en ook vandaag de dag lezen veel scholieren nog het verhaal van de rovende Karel de Grote.
Dit spannende en vaak zeer humoristische verhaal staat in de DBNL, zowel in het Middelnederlands als in een moderne hertaling.
Karel ende Elegast. In: Instituut voor Nederlandse Lexicologie, Cd-rom Middelnederlands. Sdu Uitgevers/Standaard Uitgeverij, Den Haag/Antwerpen 1998.
Karel en Elegast. De middeleeuwse ridderroman in eigen taal herdicht. (ed. Jef Spuisers). Uitgeverij Charles Thewissen, Maastricht 1965.