Nieuws
De nieuwe titels van november 2020
Voor wie scheurkalenders met kattenplaatjes zat is, verschijnt er deze maand op de DBNL een alternatief uit de zeventiende eeuw. De Grote schrijf almanach is een almanak, een jaarboekje met tijdrekening en astronomische gegevens, uit 1641. Alle belangrijke (katholieke) feestdagen staan erin. Daarnaast bevat het een planning van de jaar- en paardenmarkten uit dat jaar. Zo kon je op dinsdag 10 februari de jaarmarkt in Alkmaar bezoeken.
Bovenop praktische informatie bevat het boekje ook de fases van de maan met bijbehorende data en staat bij elke dag een sterrenbeeld afgebeeld. Bij elke maand is sprake van een ‘oude’ en een ‘nieuwe stijl’. Deze ‘stijlen’ verwijzen naar de overgang van de Juliaanse (de oude stijl) naar de Gregoriaanse kalender (de nieuwe stijl). In de praktijk was dit een verschuiving van tien dagen. In de Nederlanden werden een tijd lang beide kalenders naast elkaar gebruikt, vandaar dat je in brieven en dit soort boeken uit de zeventiende eeuw vaak de benamingen ‘oude’ en ‘nieuwe stijl’ terugziet. Of dit op net zo veel weerstand kon rekenen als de huidige omschakeling van zomer- naar wintertijd, is helaas niet duidelijk.
Van de jaarmarkt in Alkmaar vertrekken we naar Haarlem, een stad waarover Samuel Ampzing in 1628 een uitgebreid historisch lofdicht schreef met de titel Beschryvinge ende lof der stad Haerlem in Holland. Dit werk geeft een leuke indruk van de (culturele) elite van die tijd. Menig levensbeschrijving en/of lofdicht wordt opgedragen aan bekende (en nu soms wat minder bekende) namen. Zo zijn er in het werk (betwistbaar) historische brieven van Alva en Willem van Oranje te lezen. Daarnaast draagt ook de elite zelf bij aan dit werk, in de vorm van lofdichten. Petrus Scriverius bijvoorbeeld schreef het volgende:
Sal Ampzing dan sijn lust in Haerlem niet versaen?
En haeren roem en lof met meerder recht bestaen?
So veel als Sparens-stad, so lustig van waranden,
So vruchtbaer ende vet, meer is dan dorre stranden,
En 't nest van Ithaca: so yverd hy te meer
Tot lof van Kenemers, en sijner ouders eer.
Ovidius schreef ook brieven, maar bij hem waren ze duidelijker fictief. Hij creëerde het genre van de heldinnenbrief, waarin hij in de woorden van fictieve vrouwen opschreef hoe het was om op afstand lief te moeten hebben. Olga van Marion heeft in haar Heldinnenbrieven. Ovidius’ Heroides in Nederland een corpus van 840 van dit soort brieven aangelegd, die nu allemaal te vinden zijn in de DBNL.
Ten slotte verschijnen deze maand in de DBNL een aantal jaargangen van De Vlaamse Gids, Het Boek en de volledige dertien delen van Jacob van Lenneps Poëtische werken.