Nieuwsbrief
3 oktober 2019
Nieuws van de DBNL - oktober 2019
20 jaar DBNL
Afgelopen vrijdag 27 september vierde de DBNL haar twintigste verjaardag. Betrokkenen en (oud-)medewerkers kwamen bijeen in Vlaams-Nederlands huis deBuren in Brussel voor een feestelijk middagprogramma. Ook voor de niet-genodigden valt er heel wat na te genieten.
Zo werd de digitale editie van de achtdelige reeks Geschiedenis van de Nederlandse literatuur onthuld, die nu dus voor iedereen toegankelijk is op DBNL. Daarnaast lanceerde de redactie van het tijdschrift Vooys een themanummer over digital humanities, waarin de DBNL een prominente rol speelt. In dit nummer verscheen onder meer een artikel van onderzoeker Ton van Kalmthout over de geschiedenis van de DBNL. Ook schreef de Nederlandse Dichter des Vaderlands Tsead Bruinja speciaal voor deze gelegenheid het gedicht ‘volledig volmaakte oneetbare harde schijf der letteren’.
Nog niet uitgefeest? Meld u dan aan voor de DBNL-dag op 8 november. Meer informatie over deze dag vindt u verderop in deze nieuwsbrief.
Op de foto van links naar rechts: Hans Bennis, Algemeen Secretaris van de Taalunie; Eva Wuyts, Coördinator van de Vlaamse Erfgoedbibliotheken; Lily Knibbeler, Algemeen Directeur van de Koninklijke Bibliotheek, Den Haag; Carmien Michels, presentator
Uitnodiging DBNL-dag op 8 november
Op vrijdag 8 november 2019 vindt de allereerste DBNL-dag plaats bij de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. U bent van harte welkom voor deze informatieve en feestelijke middag. Let op: vanwege het beperkte aantal plaatsen is vooraf aanmelden noodzakelijk.
We starten de middag met een taartje ter gelegenheid van het 20-jarig jubileum. Daarna krijgt u als gebruiker een kijkje achter de schermen, gaan we schatgraven in DBNL en is er gelegenheid om vragen te stellen aan DBNL-medewerkers uit Nederland en Vlaanderen.
Als u wilt deelnemen aan de workshop schatgraven is het handig als u een smartphone, tablet of laptop meeneemt. Bedenk ook alvast wat uw schat is uit DBNL. Wij zijn benieuwd!
Globaal programma
13.30 uur Inloop met koffie, thee en taart
14.00 – 15.00 uur Informatief programma (plenair)
15.00 – 16.00 uur Keuzeprogramma: Workshop schatgraven / Vragen stellen aan medewerkers / Wat is uw schat uit de DBNL?
U kunt zich t/m 1 november aanmelden via deze link.
Nieuwe titels van oktober
Johan Huizinga (1872-1945) is een van de bekendste Nederlandse historici. Zijn werken Herfsttij der Middeleeuwen (1919) en Homo ludens (1938) hadden al langer een plek op onze site, nu is de rest van zijn verzamelde werken toegevoegd, oftewel nog eens ruim 4.000 pagina's. Daarin zitten onder andere het autobiografische Mijn weg tot de historie (1947), zijn dissertatie De vidûsaka in het Indisch toneel (1897) en zijn vele cultuurhistorische verkenningen.
Priester-dichter Hugo Verriest (1840-1922) bezocht vanaf 1900 verschillende plaatsen in Nederland om voordrachten te houden over kunst, literatuur en taal. Guido Gezelle was hierbij een terugkerend onderwerp en ook in de bundel Voordrachten duikt Gezelle meerdere keren op. Dit was niet alleen een literair hommage aan deze collega priester-dichter, maar vooral ook een argument voor de Vlaamse Zaak, een brede beweging voor de emancipatie van de Vlamingen. De Vlaamse Zaak pleitte er onder andere voor dat in het Vlaamse onderwijs het Frans verruild zou worden voor het Nederlands. De DBNL brengt deze maand een eerste druk van Voordrachten online.
De Middelburgsche avanturier. Of het leven van een burger persoon gaat over de avonturen van ene Lodewyk uit Middelburg: van zijn jeugd tot zijn eerste liefdes, en van zijn carrière als plantage-eigenaar in Suriname tot zijn terugkomst bij zijn grote liefde in Rotterdam. De roman uit 1760 kent een sterk zedelijke moraal, maar van welke auteur deze moraal afkomstig is, is niet bekend; het werk verscheen anoniem. De DBNL brengt deze maand een fotomechanische herdruk uit 1978 online.
Verder nieuw deze maand veel werken van schrijver, dichter en kunsthistoricus Carel Vosmaer, romans van Alie Smeding, twee jaargangen van Bzzlletin met onder meer een gedicht van Drs. P over Piet Paaltjens en jaargangen van Onze Taal, onder andere met een artikel over jij-bakken als ‘je bent zelf een universele afstandsbediening’.
De schatkamer van... Yra van Dijk
‘Mijn schat in de DBNL is het werk van Lucebert. We lezen zijn vroege gedichten met de eerstejaars in de literatuurgeschiedeniscolleges. Het zijn overweldigende teksten, ontzettend moeilijk, studenten worstelen er echt mee. Maar ze merken dat ze uiteindelijk beloond worden voor de tijd die ze erin steken. In het college probeer ik de gedichten van context te voorzien. Ik leg bijvoorbeeld uit hoe Lucebert reageert op de Tweede Wereldoorlog, maar ook op een beeldhouwwerk van Henry Moore en dan gaat zo’n tekst opeens leven. Studenten zien dan de spanning tussen de tekst en de context.
De DBNL is voor mij een gigantisch archief, een zolder vol dozen om doorheen te dwalen, waar ik uit kan halen wat op dat moment voor mij interessant is. Het mooist is als je bij het grasduinen iets vindt waar je niet naar op zoek was. De site is ook ontzettend handig voor colleges. Ik betrap me er wel eens op dat beschikbaarheid op DBNL een leidend principe dreigt te worden bij het organiseren van een cursus; we kijken toch welke teksten er op DBNL staan, om het studenten makkelijker te maken. Zo houden ze meer tijd over voor het daadwerkelijke lezen. Gelukkig zijn er veel studenten die een dichtbundel of roman alsnog zelf kopen. Zelf zou ik mijn werk trouwens ook veel trager doen zonder DBNL. Het is fijn om bijvoorbeeld tijdschriften te kunnen raadplegen, zonder iedere keer naar de bibliotheek te hoeven lopen om ze uit het archief te laten halen.’
Yra van Dijk is hoogleraar Moderne Nederlandse Letterkunde aan de Universiteit Leiden. Een uitgebreidere versie van deze bijdrage is te horen en te zien in een filmpje dat gemaakt werd ter gelegenheid van het 20-jarig jubileum van de DBNL.
Parels uit de DBNL
Eens schreef een middeleeuwse monnik de Oudfriese woorden: ‘alsoe langhe, soe di wynd fan dae vlkenum wayth ende ghers groyt ende baem bloyt’. Het is een van de bekendste spreuken uit het Oudfries geworden, die in de eeuwen daarna meerdere malen is aangehaald als eeuwigheidsformule. Immers: zolang de wind van de wolken waait, het gras groeit en de boom bloeit, zullen mensen de pen oppakken om in hun eigen taal te schrijven over de onderwerpen die hen bezighouden.
De eerste Nederlandstalige geschiedenis van de Friese literatuur heeft een titel die gebaseerd is op deze eeuwigheidsformule: Zolang de wind van de wolken waait. Hierin wordt uitgebreid besproken wat er in de loop der eeuwen in het Fries is geschreven, van de vorming van het Fries als afzonderlijke taal tot een beschrijving van de literaire productie in het begin van de 21ste eeuw.
In die tussentijd heeft de Friese literatuur dezelfde ontwikkelingen doorgemaakt als andere West-Europese literaturen, maar wordt ze ook getekend door de specifieke omstandigheden van het Fries als minderheidstaal. Zo heeft zich uiteindelijk een relatief losstaand Fries literair veld ontwikkeld, maar is dit veld tevens verbonden met dat van de Nederlandse literatuur en spiegelen Friese auteurs zich (on)bewust aan hun Nederlandstalige collega’s. Hoewel in deze literatuurgeschiedenis Friestalige literatuur als Friese literatuur wordt beschouwd, hebben Friese auteurs altijd in een meertalige context geopereerd. Juist dit aspect maakt studie naar literatuur uit een kleinere taal erg interessant.
Zo is in de periode 1540 tot 1822 het Latijn lang het referentiekader in Fryslân, maar spelen ook Nederlandse en Friese varianten een rol, zoals het Stadsfries. Juist in deze periode is de Fries literaire productie niet hoog, hoewel de belangstelling wel toeneemt en bepaalde schrijvers de keuze maken om in het Fries te publiceren. In de negentiende eeuw kwam er een min of meer ononderbroken stroom van publicaties op gang en bereikten de schrijvers een breder publiek. Vanaf die tijd is de literatuur uitgebreid met nieuwe genres, vormen, collectieven, stromingen et cetera.
Dat er na Zolang de wind van de wolken waait (2006) behoefte was aan een nieuwe versie bleek in aanloop naar 2018 toen Leeuwarden-Fryslân Culturele Hoofdstad van Europa was. In dat jaar verscheen de viertalige literatuurgeschiedenis Zolang de boom bloeit, die aantoont dat de literaire wind in Fryslân nog steeds waait en de boom bloeit.
Teake Oppewal, Babs Gezelle Meerburg, Jelle Krol, Tineke J. Steenmeijer-Wielenga, Oebele Vries, Ph.H. Breuker, Harmen Wind, Jabik Veenbaas, Bouke Oldenhof en Jant van der Weg-Laverman, Zolang de wind van de wolken waait. Geschiedenis van de Friese literatuur. Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam 2006