T.P. Tresling
Overige bronnen in DBNL
Titel | Auteur | Jaar |
---|---|---|
Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1845 | [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1801-1900] | 1845 |
Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 18 | A.J. van der Aa | 1874 |
Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde | F. Jos. van den Branden en J.G. Frederiks | 1888-1891 |
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 4 | P.J. Blok en P.C. Molhuysen | 1918 |
Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid | K. ter Laan | 1952 |
Secundaire literatuur over T.P. Tresling
Teksten die betrekking hebben op deze auteur en/of zijn/haar werk.
Auteur | Tekst | In | Jaar |
---|---|---|---|
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Vita et Merita caet. D.i. Het Leven en de Verdiensten van Rudolph Agricola.Door T.P. Tresling,Candidaat in de Letteren en Regtsgeleerdheid. Te Groningen, bij M. Smit. 1830. In 8vo. XIV, 103 bl. ƒ 1-:’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1832 | 1832 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘De Warven en de Hoofdmannen-kamer, of het voormalige Provinciaal Geregtshof binnen de Stad Groningen, in verband beschouwd met de staatkundige Geschiedenis van dit Gewest, door Mr. T.P. Tresling, Phil. Theor. Mag., Litt. Hum. et Juris Utriusque Doctor, en Advokaat te Groningen. Te Groningen, bij J. Oomkens. 1839. In gr. 8vo. VIII en 151 bl. f 1-50.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1840 | 1840 |