Na een kort Voorberigt, vorscht de kundige Schrijver eerst den oorsprong der regtsmagt in hooger beroep voor de Ommelanden na, gelijk dezelve binnen de stad Groningen zich heeft gevestigd. Hij doorloopt daartoe de geschiedenis van Regtstoestand van het uiteinde des Karolingischen stams, en bewijst, dat de Ommelanden in zoo vele gemeenebesten verdeeld raakten als er regtstoelen waren, omdat de regterlijke magt toen nog steeds met de wetgevende gepaard ging. Alleen de vergaderingen bij den Upstalboom bleven niet slechts voor de Ommelanders, maar voor alle Friezen de algemeene band van vereeniging. Doch de toenemende magt der aanzienlijken, de willekeur der zoogenaamde hovelingen, deed naar betere regtsbedeeling uitzien. Toen de vergaderingen bij den Upstalboom haar aloud gezag en waardigheid verloren hadden, sloot men in 1361 het verbond, waarbij de landdagen, vroeger bij den Upstalboom gehouden, naar Groningen werden overgebragt. Nog meerdere verbonden werden van tijd tot tijd met de stad aangegaan. Aldus ontstonden eindelijk de gemeene Landswarven, op welke instelling later de Hoofdmannenkamer gebouwd werd. Het tweede Hoofdstuk schetst de ontwikkeling der regtsmagt in hooger beroep voor de Ommelanden binnen de stad Groningen, waarbij de Hoofdmannenkamer in die stad, oorspronkelijk slechts voor de regtspleging binnen hare muren en over hare ingezetenen dienende, meer en meer regtsgezag ook over de Ommelanden verkrijgt, die van hunne zijde daartegen ook zitting in de Hoofdmannenkamer verwierven; terwijl de Landswarven meer en meer in onbruik raakten. Het derde Hoofdstuk beschrijft de vestiging van een Geregtshof van hooger beroep, zoo wel in lijfstraffelijke als burgerlijke zaken, voor Stad en Lande, binnen de stad
Groningen. Aan den Erfstadhouder Prins willem IV had men de regeling dezer zaak te danken. De oude benaming van Hoofdmannenkamer bleef echter bestaan. Eerst den 31 October 1795 werd de benaming van Luitenant en Hoofdmannen veranderd in Praesiderend Raad en Raden in den Hove, en alzoo ontstond het Departementaal Geregtshof, hetwelk tot op 1811, bij de invoering van het Fransche regt, in werking bleef. Eindelijk is nu met October 1838 het Provinciaal Geregtshof opgerigt, dat in hetzelfde gebouw zijne zittingen houdt, waarin het voormalige Hof