Andries Snoek

Andries Snoek

Overige bronnen in DBNL

Biografieën over Andries Snoek

Biografische informatie over deze auteur.

Titel	Auteur	Jaar
Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 17. Tweede stuk	A.J. van der Aa	1874
Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid	K. ter Laan	1952

Secundaire literatuur over Andries Snoek

Teksten die betrekking hebben op deze auteur en/of zijn/haar werk.

Auteur	Tekst	In	Jaar
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen	‘Iets, ter herinnering aan het feest van den verdienstelijken tooneelkunstenaar A. Snoek, gevierd in den Amsterdamschen schouwburg, 16 novemb. 1820.’	In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1821	1821
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen	‘Ter nagedachtenis van Neêrlands eersten Tooneelkunstenaar, Andries Snoek, enz. (Ten voordeele der Armen.) Te Breda, bij Broese en Comp. f :-25.’	In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1829	1829
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen	‘Gedenkzuil voor Neêrlands hoogverdienstelijken Tooneelkunstenaar Andries Snoek; aan deszelfs nagedachtenisse toegewijd door A.L. Barbaz. Te Amsterdam, bij J.C. van Kesteren. 1829. In gr. 8vo. 75 Bl. f 1-25.’	In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1829	1829
J.F. Willems	‘De tooneelist A. Snoek.’	In: Nalatenschap. Dicht- en toneelstukken	1856
W.J.A. Jonckbloet	‘V. Het tooneel voor 1870.’	In: Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Deel 6: De twee laatste eeuwen (2)	1892
K. ter Laan	‘Snoek, Andries-,’	In: Multatuli Encyclopedie	1995