H. Nienhuis
Overige bronnen in DBNL
Titel | Auteur | Jaar |
---|---|---|
Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1863 | [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1801-1900] | 1863 |
Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 13 | A.J. van der Aa | 1868 |
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 3 | P.J. Blok en P.C. Molhuysen | 1914 |
Secundaire literatuur over H. Nienhuis
Teksten die betrekking hebben op deze auteur en/of zijn/haar werk.
Auteur | Tekst | In | Jaar |
---|---|---|---|
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Voorlezing ten betooge: dat het wenschelijk is, bij de tegenwoordige herziening onzer wetgeving, dezelve aan te vullen door een volledig zamenstel van stellige regtsbepalingen, omtrent de middelen tot handhaving van regt. Gehouden den 27 Nov. 1832; door Mr. H. Nienhuis, Hoogleeraar in de Regtsgeleerde Faculteit aan de Hoogeschool te Groningen. Te Groningen, bij J. Oomkens. 1833. In gr. 8vo. IV en 80 bl. f 1 - :’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1834 | 1834 |
D.Th. Jaarsma, Herman Robbers en R.W.P. de Vries jr. | ‘Kroniek.’ | In: Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 34 | 1924 |