Uit de geschiedenis der Nederlandsche spraakkunst
(1939)–F.L. Zwaan– Auteursrecht onbekendGrammatische stukken van De Hubert, Ampzing, Statenvertalers en reviseurs, en Hooft
III. Invloeden op Hooft.Hooft maakte deel uit van de Letterkunstige Vergadering en onderging dus den invloed van de taalkundige besprekingen met Vondel, Reael en De Hubert, en het taalbesluit (Letterkunstig Besluit) daar opgesteld. Op dit Besluit zinspeelt hij in w. 30, 38.Ga naar voetnoot1) Dat Hooft zich aan deze regels in de practijk hield, blijkt ook duidelijk in zijn brief aan Wytz van Sept. 1626. Zie het citaat boven, p. 4. Ons treft hierin tevens, dat Hooft Van Heule's juist verschenen spraakkunst noemt. Hij zal deze wel niet alleen aan Wytz ter lezing aanbevolen hebben, maar ze zelf ook bestudeerd hebben. Ik heb dan ook in de noten bij de waern. meermalen Van Heule's spraakkunst kunnen vergelijken, en vermoed, dat sommige waern. onder invloed van deze grammatica geschreven zijn. Naast dezen invloed in het algemeen van de letterkunstige vergadering, treedt de bijzondere invloed van De Hubert naar voren. Ongetwijfeld heeft Hooft diens Waarschouwinge gekend en bestu- | |
[pagina 112]
| |
deerd. Drie maal wordt ‘Hubert’ in de waern. genoemd (zie 7, 29, 35). Men krijgt den indruk, dat hij De Hubert als een autoriteit in grammaticis beschouwde, met wiens oordeel rekening moest worden gehouden, al durft hij wel daarvan afwijken (zie 29, 35). Vergelijkt men echter 29 en 80, dan blijkt Hooft, die eerst pertinent: het groot huys afkeurde, later zich bij De Hubert's standpunt: het groote huys of het groot huys te hebben aangesloten. |
|