II. Karakter der Waernemingen.
Het karakter der waern. staat in verband met de wijze, waarop ze meerendeels ontstonden: bij het corrigeeren van zijn vroeger werk. De waern. zijn een reeks van opmerkingen en vragen, waaraan alle compositie ontbreekt, opgekomen uit de behoefte van het oogenblik. Bepaalde kwesties laten Hooft niet los, zoodat hij er telkens op terugkomt. Een taalverschijnsel, dat hem treft, noteert hij, al of niet met een poging tot verklaring. Soms wordt één kwestie in enkele achtereenvolgende waern. behandeld, meestal springt hij van het een op het ander. Zoo vormen de waern. een vrij chaotisch geheel en is, om Hooft's grammatische denkbeelden te leeren kennen, systematiseering ervan eerste eisch (zie het Overzicht, p. 114 vlgg.). Een volledige buigingsleer van Hooft is uit de waern. niet op te bouwen. Hooft behandelde er in het algemeen alleen de onzekere punten in, die gebleven waren na de letterkunstige vergadering (d.i. wat de buiging betreft, vooral het zelfst. gebruikte adj.).