Souterliedekens
(1540)–Willem van Zuylen van Nyevelt– Auteursrechtvrij
[Folio O5r]
| |
Mijns liefs aenscouwen, mijnder iongher herten medecijn DEn Heere wilt singhen Ga naar margenoot+
Singhen een vrolijck nieuwe liet
Wonderlijcke dinghen
Van hem seer crachtich zijn gheschiet
Alsoe men siet Ga naar margenoot+
Wou hy zijn salicheyt
Al met zijn hant volbringhen
Heylich is zijn maiesteyt.
Sijn salicheyt verclaren Ga naar margenoot+
Wou hy den volcken, groot en cleyn
Daer hy ons sondaren
Gheheel doer wilde maken reyn
Hy wou die pleyn
Ons reuelieren
Daer doer hy sal bewaren
End ons bestieren.
Hy heeft willen ghedencken Ga naar margenoot+
Sijn goedertierenheyt seer wel
Dat hi heeft willen schencken
Sijn waerheyt, den huyse van Israhel
| |
[Folio O5v]
| |
Gods goetheyt snel Ga naar margenoot+
Sachmen ter werelt, wijdt
Dat ons niemant en mach crencken
Wanneer ons die bevrijdt.
Urolijck wilt doch wesen Ga naar margenoot+
Ghi landen hier ter werelt al
Den Heere hooch ghepresen Ga naar margenoot+
Wilt singhen in dit aertsche dal
En maect gheschal
Met herpen en gheluyt
V stemmen laet zijn gheresen
Om te prisen zijn virtuyt.
Wilt doch vruecht vermeeren Ga naar margenoot+
Den Heer God, onsen Coninck fijn.
Blischap laet hanteren
Die zee, die werelt, vrolijck zijn
In sulcken schijn
Die daer in woonen
Dat sy den Heere der Heeren
Alle glory verthoonen.
Berghen en riuieren Ga naar margenoot+
Die moeten haer verbliden seer
Als God coemt iudicieren
Als hy sal comen met grooter eer
Hebt uwen keer Ga naar margenoot+
Tot God van hemelrijck
Als hy ons aertsche dieren
Sal rechten met alle ghelijck.
|
|