temin geen zorg te veel hebben gevonden, en beroep hebben gedaan op iedereen in huis en op alle leveranciers van het kanton, als we nog in het verleden hadden geleefd. Maar je had je al disgenoot gemaakt van iemand anders: ik had je al van wij horen spreken over een andere familie; ik had je horen zeggen: ‘Het gezelschap waarin ik leef...’ ‘het huis waar ik elf van de vierentwintig uur doorbreng...’ Dat huis is beter voorzien dan dit, want het is rijker en ligt in een streek waar minder voedseltekort heerst. Ik heb gewenst dat je daar zou blijven. Een sul van een man zou zijn vrouw, wanneer ze eenmaal in een ander bed was gekropen dan het echtelijke, op het dekbed laten liggen en haar niet aansporen een oude, harde legerstede te komen delen. Het slechte humeur dat voorbij en achter de rug is, moet geen vergeefse last zijn geweest. We moeten niet op onze schreden terugkeren, niet het risico lopen nog eens die afschuwelijke weg te moeten afleggen, dat wil zeggen dat we ons voortaan verstandig moeten gedragen. Heb je een kleine terzijde van je gehoord de dag voor je laatste vertrek? Je herhaalde hardop, door
de kamer lopend, wat ik je kort tevoren had geschreven: vasthouden aan Lausamre, aan Colombier, aan Duitsland betekent nergens aan vasthouden. De opdracht aan. Christian om nog te blijven en sommige dingen mee te nemen was al gegeven; zij werd waarschijnlijk bevestigd en uitgebreid. Want Christian heeft alles meegenomen.
Elk ressentiment van mijn kant is over. God weet hoeveel achting, welke goedheden je mij nog belooft. Maar ik die aan de ene kant zo moeilijk tevreden te stellen ben, vraag aan de andere kant helemaal niets. Ik heb nooit iets gevraagd: zeg nu zelf of ik op dit moment het minste offer zou kunnen aanvaarden?... Vervolg je weg alsof ik er niet meer was... Het is waar dat ik noch de openhartigheid heb kunnen verdragen (die al te zwaar op mij drukte), noch het geveins (waarvan ik de edelmoedigheid wel heb erkend, maar die de doodsteek gaf aan onze verhouding); maar om dit alles ben ik niet onrechtvaardig, want ik heb niemand het geringste kwaad gedaan. Bias had het volste recht zijn eigen geld in de rivier te gooien.