Aan Chambrier d'Oleyres, 15 januari 1794
Op uitnodiging van Camille Roussillon schreef ik de Lettres trouvées dans des porte-feuilles d'émigrés... Ik hoop u met de eerstvolgende post een nog nieuwer kleinigheidje te kunnen zenden, want dat is ter perse. Dit keer heb ik maar 100 exemplaren laten drukken, en op mijn kosten; de hele oplage wordt mij toegestuurd. Het is een kleine komedie die ik L'émigré heb genoemd. Het toneel is Zwitserland. Het is al in het Duits vertaald en ik geloof dat het binnenkort zal worden gedrukt onder de titel Schweizersinn. Het is het resultaat van een moment vrolijkheid. In drie dagen werd het verzonnen en geschreven. Ik zou zelf waarschijnlijk geen hoge dunk hebben van een werk dat zo haastig gemaakt is, als niet de Charrière en Constant het toejuichten en vooral als ik niet het genoegen had gehad ze er hartelijk om te zien lachen. Nog helemaal nat vertrekt L'émigré naar Turijn. Het wordt niet in Neuchâtel gedrukt: Fauche is te aristocratisch; hij weigerde de brieven van mijn émigrés en drukte wel de werken van een zekere Fenouillot, even plat als grof en smerig.