Rebels en beminnelijk
(1978)–Belle van Zuylen– Auteursrechtelijk beschermdBrieven van Belle van Zuylen-madame de Charrière (1740-1805) aan Constant d'Hermenches, James Boswell, Benjamin Constant en anderen 1760-1805
[pagina 103]
| |
Aan Benjamin Constant, 26 augustus 1793Een paar dagen lang heb ik meer mensen en zaken te regelen gehad dan ik verdragen kan. Er is een zo ontzettende vermoeidheid op gevolgd, dat ik me niet kon bewegen, noch denken, noch slapen. Gisteren had ik migraine, nogal licht. Het avondeten en de tijd daarna waren tamelijk eigenaardig. PierrotGa naar eind51. had mij de hele dag aardige blijkjes van belangstelling en vriendschap gegeven. 's Avonds was ik zijn Don Quichot. De jongste Achard wil hem de les lezen. Hij noemt haar professor Many en houdt veel van haar. Je zou je met dit kinderlijke gezelschap beter vermaken dan met je ongelukkige proces. Iedere dag beloof ik Mme Achard dat je komt, zij vindt het grappig, niet zozeer dat ik je bewonder, als wel de reden waarom en de dingen en de woorden die ik van je aanhaal. [...] |
|