Italië. Lees niet de eentonige libertijnse Duc de Richelieu maar wel een paar brieven die aan het eind van ieder deel staan. Je zult libertijnse dames uit de hogere kringen tegenkomen die schrijven als dienstertjes in een kroeg, je zult Mme de Châtelet ontmoeten, de beroemde Emilie, die zelf heel anders schrijft dan haar minnaar Voltaire het haar liet doen. Niets is zo platvloers en dwaas, maar wel grappig om dit te vergelijken met de brieven welke deze vrouw zogenaamd aan Frederik ii schreef en andere fraaie dingen die net zo min van haar zijn als van mij. Je moet de ambitieuze en geestige Mme de Tencin leren kennen en de aardige Mme de Chateauneuf. Het zal je beslist plezier doen, daar ben ik zeker van. Lees van begin tot eind Mme de Staël, niet de dochter van de heer Necker, maar Mej. Launay, die in dienst is van Mme du Maine. Geen vrouw heeft met meer geest geschreven dan zij. Er bestaan van haar Mémoires en twee komedies. [...] Maar na dit alles moet je het leven lezen van Goldoni, het is naïef, goedhartig, vermakelijk. Grétry heeft naar zijn voorbeeld en om geld te verdienen een dik boek over zichzelf geschreven, waarin hij verslag uitbrengt over al zijn kleine opera's. Het boek is te dik, de ijdelheid ervan te kinderlijk, maar het is interessant voor wie de kunst en de kunstenaars wil bestuderen. Je komt er een zekere Hele in tegen op wie ik dol ben.
Laten we nu een grote sprong maken. Lees de Spectator, maar hier moet je wel kiezen, en maar een of twee verhandelingen achter elkaar. Weer een sprong en dan ben ik bij mijn geliefde Plutarchus. Zijn Beroemde mannen kunnen en moeten op elke leeftijd honderdmaal worden herlezen, dat kun je nooit te veel opnieuw zien en overdenken. Als je de Thou altijd op je tafel had en sommige fragmenten kon kiezen en aanduiden, ik geloof dat je ze ook vaak herlezen zou. Je zou er nu eens de Medicis in opzoeken, dan weer de Caraffa, dan een stuk over de geschiedenis van Hongarije, en vervolgens een paar episoden uit het leven van Karel de Vijfde.
Wat een uitvoerig antwoord op een opmerking die niet eens een verzoek was! [...]
Mijn Polyphème, met zijn koren, zijn balletten, en de opvoe-