Aan Henriette l'Hardy, augustus 1791
[...] Vergeet je vrienden niet. Vergeet je talent niet. Je geest blijft frisser, je karakter edeler, zuiverder, vriendelijker, als je van tijd tot tijd alleen bent, je eigen gedachten en die van anderen nog eens overpeinst, over de dingen en hun omstandigheden nadenkt. Ik heb mij altijd voorgesteld dat in welke positie ook, men zich niet vervolmaakt, als men er nooit toe komt te mediteren; dat de tuinman de tijd moet hebben om over het kweken van zijn planten na te denken en niet altijd met het kweken bezig moet zijn, de schilder niet altijd moet schilderen, maar van tijd tot tijd ver van zijn penselen en zijn ezel over zijn kunst moet mediteren. - Wat heb ik gezegd? Wat heb ik gedacht? Wat mag ik zeggen? Wat is verstandig te denken? Dat is wat je je soms moet afvragen; op die manier ga je nooit te ver of zonder het te weten een teleurstellende of gevaarlijke kant uit... Ik heb dat al degenen voor wie ik belangstelling had altijd aanbevolen. Daarentegen kan ik de aanbeveling die ik duizend maal heb gehoord: ‘Je moet altijd bezig zijn, altijd iets doen!’ niet uitstaan, zelfs als zij tot kinderen gericht is.