Rebels en beminnelijk
(1978)–Belle van Zuylen– Auteursrechtelijk beschermdBrieven van Belle van Zuylen-madame de Charrière (1740-1805) aan Constant d'Hermenches, James Boswell, Benjamin Constant en anderen 1760-1805
[pagina 87]
| |
Aan Chambrier d'Oleyres, november 1790Hij is komisch, ja werkelijk komisch, we hopen hem in Parijs te laten opvoeren.Ga naar eind40. Ik heb daarvoor naar Laïs geschreven en naar baron d'Aigalliers, mijn literaire beschermheer, en net zo welwillend als u. Zingarelli wil hem laten vertalen en bij de aartshertog van Milaan opvoeren. De dichter en de componist hebben heel wat ruzie gemaakt maar ze zijn het ten slotte goed met elkaar eens geworden. Me dunkt dat hij niet op iets anders lijkt en dat het erg aardig is. De afgelopen dagen hebben we weer mijn dierbare Cyclope ter hand genomen, die eindelijk de goedkeuring heeft gekregen van zijn corrector. Hij hield ervan en mopperde ertegen... Een fraaie zaak, de kunsten! Wat vormen ze een goede afleiding, en hoeveel aantrekkelijker zijn de banden van de kunst tussen de mensen die ervan houden dan de banden van het spel, van de ambitieuze plannen, van revolutie en contrarevolutie! Tussen de duetten en de ariaatjes vergeet ik tot mijn vreugde dat er een Assemblée Nationale bestaat, dat er assignaten zijn, een Maury en een Mirabeau. |
|