Rebels en beminnelijk
(1978)–Belle van Zuylen– Auteursrechtelijk beschermdBrieven van Belle van Zuylen-madame de Charrière (1740-1805) aan Constant d'Hermenches, James Boswell, Benjamin Constant en anderen 1760-1805
Aan Chambrier d'Oleyres, 29 januari 1790De last die de heer DuPeyrou werd aangedaan is er tussen gekomen.Ga naar eind29. Ik stuur u de brochure die er het gevolg van was, nog helemaal nat van de drukinkt. Ze zeggen dat ze mij felle vijandschappen bezorgen zal en onaangename reacties zal uitlokken. | |
[pagina 80]
| |
Ik had net zo lief van niet, maar ‘à la garde’, zoals ze in Neuchâtel zeggen. Ik heb er niet toe kunnen besluiten mij meer te verbergen dan ik deed, en omdat ik wel eens met ‘Mouche du coche’ heb ondertekend, is het naschrift bijna een signatuur. Het is dus meer uit een soort pudeur, maar niet uit lafheid dat ik niet voluit met mijn naam heb gesigneerd. Toch ben ik er niet helemaal zeker van dat een erg scherp antwoord mij niets doen zou. Ik vlei mij een beetje met de gedachte dat men het niet zal aandurven, omdat ik mij zo moedig en boosaardig heb getoond. Ditmaal, omdat ik niet het masker heb aangenomen van de een of andere juffrouw Levasseur,Ga naar eind30. heb ik zo goed mogelijk geschreven. De heer DuPeyrou had de stijl en de dictie van wat hij in zijn haast aan het publiek te zeggen had, te veel verwaarloosd. |
|