Rebels en beminnelijk
(1978)–Belle van Zuylen– Auteursrechtelijk beschermdBrieven van Belle van Zuylen-madame de Charrière (1740-1805) aan Constant d'Hermenches, James Boswell, Benjamin Constant en anderen 1760-1805
[pagina 77]
| |
Aan Ditie van Tuyll van Serooskerken, 17 januari 1771Ga naar eind20.Lieve Ditie, sinds maandag de 14e zijn we verloofd en sinds maandag zijn we doorgaans vrolijker dan voorheen. Maar soms, zoals vandaag, zijn we triest en zorgelijk. Zo gaat het met de wereld, zo gaat het met het huwelijk. Je hebt broer Willem geschreven dat je je beter voelt, zelfs tamelijk goed en dat heeft ons bijzonder veel genoegen gedaan. Toen vader vanmorgen naar Den Haag vertrok, heeft hij mij opgedragen je te zeggen hoe blij hij is. Ik zag hem met spijt vertrekken, want het is erg koud. Maar het ijs begon te kruien en het water steeg en hij moest dus wel. Hij heeft er niet over geklaagd, hoewel hij sinds enige tijd een ontsteking in het hoofd heeft. Zijn gelijkmoedigheid en flinkheid van geest zijn bewonderenswaardig, en ik geloof dat zijn gezondheid verder beter is dan ooit. Vincent was op de schaats naar Den Haag gegaan; hij is vanavond teruggekomen over Amsterdam, waar hij Willem heeft achtergelaten die te moe was om de tocht voort te zetten. [...] |
|