Rebels en beminnelijk
(1978)–Belle van Zuylen– Auteursrechtelijk beschermdBrieven van Belle van Zuylen-madame de Charrière (1740-1805) aan Constant d'Hermenches, James Boswell, Benjamin Constant en anderen 1760-1805
Aan Ditie van Tuyll van Serooskerken, 3 januari 1771De heer de CharrièreGa naar eind19. laat je hartelijk groeten. Hij wandelt met grote stappen door mijn kamer. Mej. Van Randwijck is voor hem aan het werk; wij verwachten Mme d'Athlone. Ik ben zo tevreden als ik maar zijn kan, want behalve al deze goede dingen krijg ik een brief van jou die mij veel genoegen doet. Jammer genoeg is mijn vermogen tot tevredenheid vanavond niet groot. Ik heb een hardnekkige vijand in mij, een zwarte verbeelding, die al mijn vreugden vergiftigt. Op dit moment stel ik er meneer de Charrière van op de hoogte, ik vertel het hem: ik beklaag hem, hij wil mij de hoop geven dat het wel weer over zal gaan. Maar jij onderbreekt mij met je vraag: ‘Ga je trouwen? Staat het vast? - Ja, me dunkt van wel. - Sinds wanneer? - Sinds gisterenmorgen.’ Tot dan toe vond ik dat de heer de Charrière er zorgelijk uitzag, triest en kil. Ik heb zijn blikken en zijn woorden bespied en besproken, verdrietig besproken; ik had ze opgevangen en verweet ze hem; ik heb gehuild, gemopperd, geaarzeld. Ten slotte, wat meer tevreden over hem, ben ik opgehouden met mezelf te ruziën. Trouwens, ik had de indruk dat vader, broers en vrienden niet meer aarzelden hem te mogen, dat ze hem goedkeurden, hem voor mij en voor henzelf wensten, en gisterochtend heb ik van ganser harte ja gezegd. Ze zeggen dat de aankondiging ervan in Zwitserland bekend moet worden gemaakt en dat wij bericht daarover moeten ontvangen voor wij gaan trouwen. Dat kan zes weken duren. Dat lijkt me nu eens lang, dan weer kort. Die indruk verandert voortdurend. Ik houd bijzonder veel van meneer de Charrière, en toch zeg ik hem nu iets onplezierigs. Ik kom in verzet tegen de plechtigheid, tegen de onontbindbaarheid en ik zeg dat het huwelijk slechts goed is in zoverre men bijna niet anders kan doen. |
|