ik ooit zo'n reis zou maken, zou je dan van de partij willen zijn? Maar neen, de voorname dames zouden je herkennen.
Laten we nog even terug komen op ons huwelijk en op mijn zuinigheid: men heeft mij altijd gezegd dat ik niet zuinig kon zijn, dat mijn man erg te beklagen zou wezen en dat ik de slechtste huisvrouw ben die je je maar voor kunt stellen; alleen het oude kamermeisje van mijn moeder, iemand met een gezond verstand, heeft mij soms gerustgesteld. Ze zei tegen me: ‘Het is waar dat u twee of drie weken lang buitensporig veel zou uitgeven; maar daarna zou u drie maanden lang niets meer kopen, u zou u niet bijzonder kleden, niet denken aan eten of drinken en uw vrienden zullen zo verstandig zijn dat ze dat soort zaken ook gaan vergeten; en na een jaar is het of u ordelijk en zuinig was geweest.’ Ik geloof dat dat meisje gelijk heeft, als ik moet leiden zullen er hoogten en laagten zijn, net als bij alles wat ik doe; maar zolang ik geen leiding kan geven, moeten anderen het maar doen, ik zal gedwee en met genoegen de orde volgen die ik vinden zal. Ik geloof heus dat dit allemaal heel gemakkelijk geregeld zou kunnen worden, en dat wij net zo rijk zouden zijn als nodig is om heel gelukkig te wezen. Als de markies schatten bezat, weet ik zeker dat ik niet zou doen wat ik nu allemaal doen zal om met hem te trouwen, mijn motieven zouden dubbelzinnig lijken, en misschien zou men mijn aandrang niet waarderen.
Ik zal jouw brief aan mijn vader wel schrijven. Ik hoop dat ik niet lang een rol zal moeten veinzen. Je kunt niet geloven wat het me kost zulke omwegen te moeten maken, en hoe belangrijker de zaak is waarover het gaat, des te gevoeliger ben ik voor de middelen: om mij een genoegen te verschaffen, om een van je brieven bij voorbeeld, zou ik iets onwaars zeggen, wat ik zeker niet doen zou als het mij een miljoen zou opbrengen. Ik moet dit huwelijk dus zien als een genoegen, en niet als een miljoen, om mijzelf niet verwerpelijk te vinden. Ik heb dikwijls wroeging: stel je voor, een briefschrijven waarvan ik over twee dagen doen moet alsof ik door de lectuur ervan verrast ben!