Osman en Ophelia(1790)–Maria van Zuylekom– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Derde toneel. (Het toneel is eenige oogenblikken ledig.) elfrid, in gepeins opkoomende.) ô Rampspoed in natuur!... welk schrikverwekkend enden!... Waar zoo de rampspoed woedt, is 't toppunt der ellenden! - Therese! ik zag uw dood, en schenk uw lot een traan! Hoe hoog kan de overmacht van ramp en boosheid gaan! Gij, Koningen, die de aard, door uw gedrag, moest sieren, Moet dan een dierlijk schoon altijd uw drift bestieren!... Vernederd menschdom! al uw glorie wordt gefnuikt, Zoodraa een vorst zijn macht onwaardiglijkgebruikt!.. Beklaaglijke onschuld! daar ge uw eer niet kunt verweeren, Moet steeds het overwicht van uwe ellend vermeeren!.. ophelia en elane, treden van de linkerzijde des toneels, langzaam binnen.) Ik zie de Rijksvorstin... Beklagenswaarde vrouw! Ach! hoe verschriklijk loont Osman uw huwlijks trouw!.. Vorige Volgende