Zevende toneel.
osman, murat. De verlegenheid van Murat is, dit geheele toneel door, zichtbaar.
Hebt gij Therese niet vernomen?
Mijn vriend! waar toe dit weiflend schroomen? -
Waant gij dat ik haar haat? Neen; ik beklaag die vrouw.
Zij was mij altijd waard. Ik acht haar om heur trouw.
Ja; 't smart mij dat mijn echt haar hart heeft doen verandren.