Osman en Ophelia(1790)–Maria van Zuylekom– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 11] [p. 11] Zesde toneel. murat. Eenigzins verslagen. Is 't mooglijk! 'k zie de hel Door haare furiën dit vrouwlijk hart onsteeken!... Ontmenschte snoode! gaa, ik zal - ik zal u wreeken, Maar op eene andre wijz'! - De vorst wordt, door mijn hand. Nooit, roekloos, in zijn hof gewaapend aangerand. Mijn oog vlamt op den throon - Mijn heerschzucht kent geen paalen; Maar 'k moet den Schepter langs bedekter weegen haalen... (Hier verschijnt Osman alléén, zonder Lijfwachten, in diep gepeins, aan het einde des Toneels.) Hij nadert!... In twijfeling. Onverzeld !... wat moet ik kiezen?... Goôn! Misschien word mij de kans tot wreeken aangeboôn! Vorige Volgende