Een dartele geest
(1989)–Ad Zuiderent– Auteursrechtelijk beschermdAspecten van De chauffeur verveelt zich en ander werk van Gerrit Krol
[pagina 137]
| |
Hoofdstuk 2
| |
[pagina 139]
| |
1. De problemen van een genreAan het eind van De chauffeur verveelt zich wordt tegenover lezers en lezeressen de hoop uitgesproken ‘dat we mekaar nog eens tegenkomen, in de Kal verstraat of elders’, (p. 135) De show is dan voorbij, de schrijver hoeft zich niet langer achter zijn personage te verschuilen, de lezer kan weer gaan wandelen, zoveel is duidelijk. Maar minder duidelijk is wanneer de schrijver precies begonnen is met het masker van zijn personage af te werpen. Even eerder bij voorbeeld wordt de voorafgaande geschiedenis getypeerd als ‘dit, mijn levensverhaal’. Ook daar lijkt de schrijver al zelf aan het woord. Met terugwerkende kracht kun je je zelfs afvragen of het masker niet aldoor sprekend geleken heeft op het uiterlijk van Krol zelf. Een probleem dus. Een van de verwachtingen waarmee iemand een boek begint te lezen, is de genre-verwachting: men denkt een roman, een dagboek, een autobiografie, een aforismenverzameling, een sonnettencyclus te gaan lezen, en stelt zich in op een bepaalde leestijd, leessnelheid, vertelwijze, realiteitsgehalte, op vormeigenaardigheden, enzovoort. Het pact tussen schrijver en lezer, zoals Lejeune het in zijn uitvoerige beschouwingen over de autobiografie noemt,Ga naar voetnoot1 houdt stand, wanneer deze genre-verwachtingen worden bevestigd. Gebeurt dat niet, dan hoeft het pact niet direct ontbonden te worden, maar dan rijzen in het ideale geval (verondersteld dat de lezer meer doet dan teleurgesteld het boek wegleggen) vragen als in hoeverre het gelezen boek nog wel tot het verwachte genre gerekend kan worden, of het misschien bijdraagt aan het verleggen van de grenzen van het genre, | |
[pagina 140]
| |
enzovoort. Zuivere vertegenwoordigers van een genre zijn nu eenmaal zeldzaam. Voor het omzeilen van dit soort problemen beschikken wij over het bijvoeglijk naamwoord ‘autobiografisch’ dat, omdat het alleen maar bepaalde kenmerken aanduidt, minder strikt is dan het zelfstandig naamwoord ‘autobiografie’. Toch is het goed om dit laatste enigszins af te bakenen. Dat kan, zoals bij alle genres, op grond van zeker tien criteria. Aan de zes die Van Luxemburg onderscheidt (taalsituatie, abstracte inhoud, thematiek, stijl, pragmatische werking en materiële vormGa naar voetnoot1) kunnen er op zijn minst vier worden toegevoegd: de wijze van produceren (denk aan de specifieke produktiewijze van computerpoëzie of van het cadavre exquis), een historische component (de tijd waarin van een bepaald genre sprake is), een geografisch-culturele component (het taalgebied of de cultuur waaruit een genre afkomstig is) en een waarde-oordeel (denk aan als serieus of als triviaal beschouwde genres). Een essentieel criterium voor de autobiografie, zoals voor zoveel subgenres van het proza, is de thematiek. Hoeveel vermenging met andere genres er ook mogelijk is, en hoeveel genre-verdoezeling, uiteindelijk zal iedere autobiografie over de schrijver zelf moeten gaan. Hiermee is ook de bepalende rol van de pragmatische werking gegeven, want de lezer van een autobiografie moet geloven dat hoofdpersoon en schrijver samenvallen. Bovendien is daarmee het, minder essentiële, criterium gegeven dat een autobiografie altijd door één auteur geschreven is en niet door een auteurscollectief.Ga naar voetnoot2 Op grond van deze drie criteria is het terrein waarop de autobiografie thuishoort wel enigszins afgebakend, maar nog onvoldoende. Er zijn meer genres die aan deze criteria voldoen. Uiteindelijk is de meest problematische factor bij het vaststellen of een tekst een autobiografie is of niet, de relatie met andere genres. Dat is zeker het geval sinds de opkomst van de literaire autobiografie (te beginnen met Goethes Dichtung und Wahrheit) en de in het algemeen toegenomen literarisering van het genre. Hierdoor heeft, in de woorden van Neumann - een van de velen die in de laatste decennia dit genre hebben bestudeerd - reconstructie van een leven, de tot dan toe belangrijkste factor, plaatsgemaakt voor constructie van een literair | |
[pagina 141]
| |
werk.Ga naar voetnoot1 De autobiografie kan gemakkelijk overgaan in allerlei andere varianten van de bekentenisliteratuur,Ga naar voetnoot2 maar ook in niet zo makkelijk onder deze noemer te brengen genres als de picareske roman of zelfs de toekomstroman. Niet alleen is de autobiografie literairder geworden, in samenhang daarmee is de autobiografische thematiek in literatuur in het algemeen toegenomen. Het moment in de tijd en in de culturele ontwikkelingen waarop een werk ontstaan dan wel gelezen is, zal daarom mede bepalen of er van een autobiografie sprake is. Deze historische en geografisch-culturele factoren spelen bij voorbeeld een belangrijke rol in de omschrijving van Lejeune: ‘l’au-tobiographie est Ie genre littéraire qui, par son contenu même, marque Ie mieux la confusion de l’auteur et de la personne, confusion sur laquelle est fondée toute la pratique et la problématique de la littéra-ture occidentale depuis la fin du xviiie siècle.’Ga naar voetnoot3 Omdat het hiermee gegeven effect van verwarring niet alleen een essentiële factor is van de autobiografie, maar in ruimere zin van de hele literatuur, is het geen hulpmiddel voor een precieze afbakening van het genre. Daarin komt deze factor overeen met taalsituatie en abstracte inhoud. In het algemeen is de taalsituatie dezelfde als in andere verhalende teksten: één centrale instantie (vaak een vertellend ik) is woordvoerder en laat tevens een of meer anderen aan het woord (op zijn minst een belevend ik uit het verleden). Ontbreekt die dubbelrol, dan is er eerder sprake van een dagboek. Ook de abstracte inhoud is meestal die van verhalende teksten: er is sprake van gebeurtenissen die logisch of chronologisch met elkaar verbonden zijn. Maar ook het associatieve of het a-chronologische verband is mogelijk, en uit het volgende zal blijken dat er zelfs opvattingen over de autobiografie zijn waarin plaats is voor de niet vertellende, filosofische verhandeling. | |
[pagina 142]
| |
Een omschrijving als de laatste zal echter niet overal instemming ondervinden. Criteria die werkelijk geen rol spelen bij de vraag of een tekst een autobiografie is, zijn de stijl, het waarde-oordeel en de materiële vorm. Wat deze laatste factor betreft, kan hooguit vastgesteld worden dat een autobiografie in het algemeen de omvang van een roman of, op zijn minst, van een forse novelle heeft. |
|