Een dartele geest
(1989)–Ad Zuiderent– Auteursrechtelijk beschermdAspecten van De chauffeur verveelt zich en ander werk van Gerrit Krol
Ad Zuiderent, Een dartele geest. Em. Querido's Uitgeverij, Amsterdam 1989
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Een dartele geest van Ad Zuiderent in de eerste druk uit 1989.
redactionele ingrepen
p. 265: accolades verspreid over meerdere regels kunnen in deze digitale versie niet weergegeven worden. Daarom wordt de accolade hier, met bijbehorende tekst, op iedere regel herhaald.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (2, 4, 12, 18, 138, 174, 204, 258, 396, 430, 450, 470) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina 1]
Een dartele geest
[pagina 3]
Ad Zuiderent
Een dartele geest
Aspecten van
De chauffeur verveelt zich
en ander werk
van Gerrit Krol
[vignet]
Amsterdam
Em. Querido’s Uitgeverij b.v.
1989
[pagina 5]
Ook verschenen als proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor in de letteren aan de Vrije Universiteit van Amsterdam
Deze uitgave is mede tot stand gekomen dank zij een subsidie van het ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur.
©M.C. Escher Heirs / Cordon Art - Baarn - Holland
Vormgeving Fransje Berserik
Copyright © 1989 by Ad Zuiderent. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt, door middel van druk, fotocopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Em. Querido’s Uitgeverij b.v., Singel 262, 1016 ac Amsterdam. No part ofthis book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means, without written permission from Em. Querido’s Uitgeverij b. v., Singel 262, 1016 ac Amsterdam.
isbn 9021489767/cip/nugi 320-951
[pagina 7]
Inhoud
Inleiding | 13 | |
hoofdstuk 1 | ||
Een arcimboldesk portret | ||
Critici over Gerrit Krol (1962-1973) | ||
1. | Kees Fens, een liturg van de literatuur, | |
of: Krol en het afbeelden | 19 | |
Inleiding | 19 | |
Een lezing in 1970 | 21 | |
De jaren van Literair Lustrum 1 | 25 | |
De jaren van Literair Lustrum 2 | 30 | |
Een boek op verzoek | 39 | |
Keuring en herkeuring van De chauffeur verveelt zich | 43 | |
Besluit | 48 | |
2. | Intermezzo bij wijze van inleiding | 50 |
3. | J. Bernlef, of: Krol en het neo-realisme | 58 |
In de schaduw van Barbarber | 58 | |
Een verzameling stoelen | 63 | |
4. | Wam de Moor, of: Krol en Dostojewski | 70 |
5. | P.M. Reinders, of: Krol en de Nieuwe Zakelijkheid | 78 |
6. | Alfred Kossmann, of: Krol en de vrijheid van de lezer | 82 |
7. | Henk Egbers, of: Krol en vervreemding | 85 |
8. | Ab Visser, of: Krol en Groningen | 87 |
9. | Guus Luijters, of: Krol en Propria Cures | 91 |
10. | Hans Warren, of: Krol en het gebruik van eigennamen | 93 |
11. | Gerrit Komrij, of: Krol en ironie | 98 |
12. | Sus van Elzen, of: Krol als moeilijk auteur | 102 |
[pagina 8]
13. | J.F.Vogelaar, of: Krol en maatschappelijke ideologie | 105 |
14. | Han Steendijk, of: Krol en het engagement (1) | 106 |
15. | Anke H.B.Bosma, of: Krol en dualismen | 109 |
16. | Fernand Auwera, of: Krol en het engagement (2) | 110 |
17. | Harry van Santvoort, of: Krol beknopt | 111 |
18. | T.van Deel, een propagandist van de literatuur, of: Krol en emoties | 113 |
Inleiding | 113 | |
Analyse en persoonlijk contact | 114 | |
Speciaal voor boekenkopers | 117 | |
Recensies op verschillend formaat | 118 | |
Bloemlezer voor een warenhuis | 120 | |
Twee maal over De chauffeur verveelt zich | 123 | |
Besluit | 126 | |
19. | Conclusies | 127 |
Waardering voor Krol | 127 | |
Krol als norm en voorbeeld | 129 | |
De plaats van Krol in de ontwikkeling van de literatuur | 130 | |
Vormen van vooringenomenheid ten opzichte van Krol | 131 | |
Critici onder elkaar | 132 | |
hoofdstuk 2 | ||
De roman als zelfportret | ||
1. | De problemen van een genre | 139 |
2. | Critici over het autobiografische | 142 |
3. | Krol over autobiografie en verbeelding | 145 |
4. | Relaties tussen de verbeelding in De chauffeur verveelt zich en de werkelijkheid van Krols leven | 148 |
5. | Het tijdsverloop in De chauffeur verveelt zich | 156 |
6. | Conclusies | 167 |
hoofdstuk 3 | ||
Een dartele geest | ||
Portret van de kunstenaar als denker | ||
1. | Inleiding | 175 |
2. | Over het verhaal ‘De Grauwe Vliegenvanger' | 177 |
3. | De starheid van de logica doorbreken | 184 |
[pagina 9]
4. | Het laterale denken van Edward de Bono | 190 |
5. | Krol en het laterale denken | 193 |
6. | De filosofie voorbij | 200 |
hoofdstuk 4 | ||
Een titelverklaring | ||
1. | ‘Ulk’, een inleiding | 205 |
2. | De lange weg naar een titel | 207 |
3. | Piggelmee gemanipuleerd | 212 |
4. | De functies van verveling | 221 |
5. | Chauffeur en passagier | 232 |
6. | In de taxi | 236 |
7. | Het koninklijke gevoel | 239 |
8. | De verveling voorbij | 249 |
9. | Naschrift. Over Piggelmee en andere Kabouters | 253 |
hoofdstuk 5 | ||
Röntgenonderzoek | ||
Een hoofdstuk over hoofdstukken en andere segmenten | ||
1. | Het uitzonderlijke hoofdstuk 7 | 259 |
2. | Segmentering, een verwaarloosd verschijnsel | 275 |
3. | Philip Stevick over segmentering | 281 |
4. | Nummering van hoofdstukken en paragrafen | 295 |
5. | Het begin van hoofdstukken en paragrafen | 304 |
Gemarkeerd door een regel wit (a) | 308 | |
Met de expliciete mededeling aan de lezer dat er iets nieuws komt (b) | 309 | |
Met het begin van een gebeurtenis (c) | 309 | |
Met terugverwijzing naar een gebeurtenis of een gedachte uit een eerder hoofdstuk of een eerdere paragraaf (d) | 315 | |
Met een nieuwe plaats van handeling, waarbij het verhaal van de verplaatsing zelf niet zo interessant (e) | 317 | |
Met weglating van bepaalde handelingen of situaties die op grond van het einde van het vorige hoofdstuk voor beschrijving in aanmerking zouden zijn gekomen (f) | 319 |
[pagina 10]
Met een breed vertelbereik in temporeel of filosofisch opzicht (bij voorbeeld door tijdverdichtende samenvatting) (g) | 320 | |
Met een smal vertelbereik, beginnend vanuit een detailkwestie die later nauwelijks een andere functie blijkt te hebben dan die van aanloop of katalysator (h) | 321 | |
Met beelden die de relatie tussen de mens en de wereld uitdrukken (i) | 324 | |
Met opvallende syntactische verschijnselen (zinnen van opvallende lengte, dagboek- of briefachtige aanhef, opsommingen e.d.) (j) | 329 | |
Met syntactische verschijnselen waarmee direct een kwestie aan de orde wordt gesteld (k) | 332 | |
Een vergelijking tussen de tweede versie van het manuscript, de persklare kopij en de definitieve tekst | 333 | |
Conclusies | 338 | |
6. Plaatjes, een bijzonder soort segmenten | 339 | |
7. Het einde van hoofdstukken en paragrafen | 355 | |
Gemarkeerd door een regel wit (a) | 356 | |
Met de expliciete mededeling dat een episode afgelopen is (b) | 360 | |
Met het aan de orde stellen van het einde van een gebeurtenis (c) | 360 | |
Met vooruitwijzing naar een gebeurtenis of gedachte in een volgend hoofdstuk (d) | 363 | |
Met het afscheid van een plaats van handeling, waarbij het verhaal van de verplaatsing zelf niet interessant is (e) | 364 | |
Met weglating van bepaalde handelingen of situaties die op grond van de voorafgaande tekst voor beschrijving in aanmerking zouden zijn gekomen (f) | 364 | |
Met verbreding van het vertelbereik in temporeel of filosofisch opzicht (g) | 364 | |
Met versmalling van het vertelbereik, eindigend met een detailkwestie (h) | 367 | |
Met uitbreiding van de zintuiglijke indruk tot metafoor voor de relatie tussen de mens en de wereld (‘cosmic cadence’) (i) | 369 | |
Met opvallende syntactische verschijnselen (j) | 373 | |
Met bezwerende herhaling (k) | 374 | |
Paragrafen met een open einde (O) | 375 |
[pagina 11]
Een vergelijking tussen de tweede versie van het manuscript, de persklare kopij en de definitieve tekst | 378 | |
Conclusies | 386 | |
8. | Symbolisering door segmentering | 389 |
9. | Besluit | 393 |
hoofdstuk 6 | ||
Krol, Escher, Vink. Een holografisch portret | ||
1. | Inleiding. Krol vergeleken met Escher, Hofstadter en Vink | 397 |
2. | Douglas Hofstadter over literatuur | 400 |
3. | Het proëmium van De chauffeur verveelt zich | 404 |
4. | D.L.N. Vink, Het verschijnsel leven | 408 |
5. | De meta-verteller en M.C. Escher | 412 |
6. | Naar Alaska, een vergeestelijkingsproces | 419 |
7. | De constructie van melancholie | 423 |
nawoord | ||
Krol in de portrettengalerij | ||
1. | Nationale portrettengalerijen | 431 |
2. | Een postmodernistische portrettengalerij | 434 |
3. | Het dubieuze postmodernisme van Krol | 438 |
4. | Neo-symbolisme en neo-kubisme als alternatieven | 444 |
Bibliografie | 451 | |
a. | Publikaties van Gerrit Krol | 451 |
b. | Publikaties die Krol (mogelijk) geraadpleegd heeft | 453 |
c. | Publikaties in hoofdzaak over Krol | 455 |
d. | Publikaties waarin Krol genoemd wordt | 459 |
e. | Overige publikaties | 462 |
Register | 471 |