dicht “ontmoeting” dat zich op een stille morgen in maart afspeelt, het pijnlijk besef van een verloren liefde.’
Niet de uitzonderlijke kwaliteiten van Krols poëzie helpen Van Santvoort dus aan de kop van zijn recensie, maar de omstandigheden van de bundeltitel en het moment van recenseren. Erg informatiefis de mededeling dat Een morgen in maart Krols jongste bundel is niet, want de lezer wordt daardoor op de gedachte gebracht dat er al eerdere dichtbundels van Krol bestaan. Hetgeen niet zo is.
Van Santvoort vindt de gedichten niet bepaald uitzonderlijk, al hebben ze wel zijn sympathie: ‘Nu kan men wel de nadruk leggen op een zekere beperktheid van de gedichten van Gerrit Krol, liever leg ik de klemtoon op de prententieloosheid, omdat ik het een fijn dicht-bundeltje vind.’ De aantrekkingskracht van de bundel zit hem voor Van Santvoort in Krols aandacht voor en affiniteit met de werkelijkheid tot in het detail toe, en diens voorkeur voor het ironische en bizarre. Het eerste licht Van Santvoort nog eens toe, wanneer hij de bundel Schoten en filtersigaretten van Hans Melchior Wap bespreekt: beiden hebben aandacht voor de dingen, maar anders dan Wap weet Krol van die aandacht de omweg te maken waarlangs hij zichzelf verwoordt.
Vijf en een halfjaar later (19-9-1973) bespreekt Van Santvoort in ongeveer 200 woorden De chauffeur verveelt zich. Deze recensie lijkt hij in betrekkelijke haast te hebben geschreven of op zijn minst vóór publikatie niet meer te hebben overgelezen, gezien een kromme zin als: ‘Hij voelt zich het meest verwant met de passagier voor wie het moment van instappen het fijnste moment is en tegen de chauffeur zegt waar hij naartoe wil.’
Een algemene vraag die naar aanleiding van zo'n geval rijst, is: hoe lang laat een criticus een recensie liggen? of: in hoeveel stadia laat hij een recensie ontstaan? In dit geval lijkt mij het antwoord niet zo moeilijk. In het algemeen zullen de antwoorden ongetwijfeld divers zijn en niet per se zoiets als een regel opleveren.
De toon van de recensie is positief: Krol is, meent Van Santvoort in de beginzin, weer beter en eigener gaan schrijven; De chauffeur verveelt zich is, volgens het slotoordeel, een boek om te herlezen. Het merkwaardige van het eerste oordeel is dat het suggereert dat lezers van De Nieuwe Linie regelmatig van nieuw werk van Krol op de hoogte zijn gehouden. Maar ook van andere recensenten dan Van Santvoort heb ik geen besprekingen gevonden. Mogelijk moet het toch meer als een algemene opmerking worden beschouwd, bestemd voor lezers die zich niet alleen door De Nieuwe Linie laten informeren over literatuur.