Een dartele geest
(1989)–Ad Zuiderent– Auteursrechtelijk beschermdAspecten van De chauffeur verveelt zich en ander werk van Gerrit Krol
[pagina 109]
| |
15. Anke H.B. Bosma, of: Krol en dualismenNa de bespreking door Anke H.B. Bosma van De chauffeur verveelt zich (15-8-1973) is in het Haarlems Dagblad regelmatig over werk van Krol geschreven, door diverse - steeds vrouwelijke - recensenten. Voordien was Krol nooit in dit regionale dagblad besproken. Toch begint Bosma niet met een schets van het vroegere werk of van Krols plaats in de literatuur. Begin en einde van de recensie stellen juist de mogelijke reacties van een lezer op dit boek van Krol centraal. Bosma gaat over het algemeen interpreterend te werk, maar begint met vast te stellen dat lezen van De chauffeur verveelt zich zowel boeiend als vermoeiend is: ‘Wat het lezen zo boeiend en vermoeiend tegelijk maakt, is het fragmentarische, collage-achtige karakter van deze ik-roman; een geheel van grillige bespiegelingen van de ik, Gerrit Krol zelf, citaten en illustraties.’ In haar verdere interpretatie krijgt het dualistische sterke nadruk (serieus én badinerend; hard én fragiel; automatisering én dromen: ‘Alles is tweeslachtig in het levensverhaal van Gerrit Krol’). Al interpreterend overwint zij als het ware de aanvangsproblemen. Aan het eind van de recensie rest haar namelijk niets meer dan het recensen-ten-cliché, dat tegelijkertijd instemming met de eigen interpretatie impliceert, ‘dat Gerrit Krol deze bewust gekozen vorm inhoud weet te geven, heeft hij op een voortreffelijke manier bewezen.’ Zij hecht veel belang aan de bedoelingen van de schrijver, wat blijkt uit de vele citaten die juist van dit aspect verklaringen zijn (‘niet om in één keer uit te lezen’; ‘waarom ik zulke stukjes in mijn boeken doe’; overname van Krols parafraserende titelpassage; en ook het gedicht ‘Over het stuur’, uit Over het uittrekken van een broek, ter ondersteuning van de titelverklaring). In de oplossingen van haar interpretatie worden verschillende beelden van tweeslachtigheid over elkaar heen gelegd, waardoor zij samenvallen. De enige keer dat zij ander werk van Krol vermeldt, ziet zij het dualistische echter over het hoofd. Krol schrijft in het gedicht ‘Over het stuur': Stuur is hetzelfde als inzicht,
als het geen inzicht is is het de wil -
ik persoonlijk heb liever de wil,
want dat is potentiaal,
met inzicht sta je stil
(want je bent er al).Ga naar voetnoot1
| |
[pagina 110]
| |
Alleen de eerste regel hiervan en de twee laatste blijkt Bosma voor haar uitleg te gebruiken, zodat zij kan schrijven: ‘M.i. is dit de reden waarom de chauffeur - het ene aspect van de ik-figuur - zich verveelt. Dank zij zijn ratio “is hij er”.’ Onjuist is dit zeker niet, maar het is slechts de helft van Krols waarheid. De andere luidt dan dat de verveling met behulp van de wil bestreden wordt. Er is maar één uitspraak van Krol waarbij Bosma een vraagteken zet: de bewering dat De chauffeur verveelt zich een ‘boek van de toekomst’ zou zijn. Zonder zich verder aan literair-historische koffiedikkijkerij te wagen of een afwijzend standpunt à la Vogelaar in te nemen, meent zij dat de tijd dat maar moet uitwijzen. |
|