Bloeijende opkomst der aloude en hedendaagsche Groenlandsche visschery
(1727)–Abraham Moubach, Cornelis Gijsbertsz Zorgdrager– Auteursrechtvrij
[pagina *10]
| |
[pagina 71]
| |
Bloeijende Opkomst der Aloude, en Hedendaagsche Groenlandsche Visschery. Tweede Deel.Eerste Hoofdstuk.Van de strekking der Kusten in en omtrent de Straat Davis, en welke koers men om de zelve Kusten te bevaaren, te houden heeft.NAardienwe in ’t Eerste Deel, de ontdekkingen van Oud- en Nieuw-Groenlandt, als mede die van Yslandt, en de Bevolking van dit van Ouds beruchte Eilandt kortelyk beschreeven en afgehandelt hebben; zynwe in dit tweede Deel gezint, tot de Beschryving van de Straat Davis, als mede die van Spitsbergen en andere Eilanden over te gaan, nademaal de Visschery omtrent deeze Gewesten, Kusten en Baijen, met zeer veel vrucht eertyds gehandhaaft wierd, en nu noch in en omtrent de Straat Davis met allen ernst wederom word opgevat. De Straat Davis, Ga naar margenoot+ dus naar den eersten Ontdekker Jan Davis. een Engelsman genoemt, die gelyk reeds gezegt is, in den jaare 1585. de allereerste togt derwaarts deed, om een doortogt door deeze Straat naar d’Oostindiën te vinden; doch met geen anderen uitslag dan na een vruchtelooze onderneeming, deeze Straat naar zynen naam te noemen. Hy vondze zeer breed van ’t Noorden naar ’t Zuiden uitgestrekt, tusschen de Westkust van Groenlandt en ’t Eilandt James gelegen. De Zuidelykste uithoek, Ga naar margenoot+ nu de Staatenhoek genoemt, legt op 59 graden 50 minuten breette, en 331. 30 minuten lengte. Deeze Staatenhoek is een hoog-, spits- en heuvelachtig Landt, uit verscheiden Eilanden be- | |
[pagina 72]
| |
staande, hebbende veele Rivieren die zich landwaarts uitstrekken. Het Hooglandt is gemeenlyk met Ys en Sneeuw bedekt: Ga naar margenoot+ maar of dit Landt alhier bewoont wordt, is noch t’eenemaal onbekent, alzoo ’er tot noch toe geene landtogt ter ontdekking is gedaan. Nooit vind men deeze kust, somtyds wat Zuidelyker en dan weer Noordelyker, van los en driftig Ys ontbloot, ’t welk zich te mets 20 en ook wel 30 mylen buiten den Wal opdoet; gaande geraakt door zeer sterke stroomen die alhier het Ys geweldig doen draaijen, en tegen elkander aanpersschen, zoo is ’t gevaarlyk indien ’er een Schip in bezet raakt, om daar door Schipbreuk te lyden. De Westkust van de Straat Davis is meede een ongemeen Berg- en Klipachtig Landt; Ga naar margenoot+ doch meest een gebrooken Landtstreek, uit veele Eilanden bestaande, die op eenige plaatsen drie of vier mylen in Zee leggen, waar van ook eenige Eilanden zantachtig zyn. Ook vind men ’er groote en ruime Rivieren die zich verre landwaarts in strekken. Op verscheiden plaatsen vind men een goede Ankergrondt, insgelyk schoone ruime Bayen en Havens om ’er de Schepen in zekerheit te bergen. Gemeenlyk is de Zuid-Bay de verzamelplaats der Schepen om zich klaar te maaken en weder naar Hollandt te vertrekken, alzoo de Straat Davis meest door Hollanders bevaaren word. Deeze Bay is kenbaar aan een wyde Fioert omtrent anderhalve myl bezuiden de zelven gelegen: als ook aan drie of vier Eilandtjes omtrent vier mylen zuidwest van de Zuid-Bay leggende, waar van het Noord Oostelykste het grootste is. By deeze Eilandtjes, die men het Rif van de Zuid-Bay noemt, is ’t best tusschen de zelven en den Wal, koers te houden, vermits ’er ook sterke stroomen gaan, waarop men verdacht moet wezen, zynde het Landt bezuiden de Zuid-Bay veel hooger dan benoorden, ’t welk tot een bequaam kenteken dient. Om de Zuid-Bay in- en ’t Noorder Gat in- en uit te zeilen geeft L. Feykes Haan een kort bericht. Van deeze Zuid-Bay, op 67 graden 10 minuten gelegen, en Noord-Noord Oost omtrent vier mylen, vind men een landwaart loopende Fioert de Rommelpot genoemt, en vervolgens Noordwaarts gebroken Landt, en veele Eilanden. Van de Rommelpot tot aan Rifkol neemt men de koers Noord ten Oosten tusschen een afstant van agt mylen, alwaar men een Eilandtje omtrent twee mylen in Zee vind, ’t Wilde Eilandt geheeten. Rifkol in ’t ronde zich strekkende, is een kenbaar Eilandt door zyne hoogte, alwaar omtrent verscheiden Banken van drie tot zes mylen buiten den Wal gelegen zyn. Van dit Eilandt Rifkol, ’t welk op 67 graden 56 minuten legt, tot het Noord Bays-Fioert, op 68 graden 27 minuten leggende, neemt men de koers Noord ten Oosten. Wat Oostelyk van Rifkol en Noord-Oost van den Rodenhoek legt een Rif ’t welk vuil is, en recht voor de Noord-Bays-Fioert leggen drie Eilanden een weinig buiten den Wal. Vervolgens ziet men een Klip in de Fioert leggen, de Bootsklamp genoemt. De voornoemde Eilanden ge- | |
[pagina 73]
| |
passeert zynde, legt Disko ten Noorden. Van de gemelde Eilanden tot aan Bonke-Bay is de koers Oost-Noord-Oost op vier mylen, vervolgens legt wat Oostelyker Jesse-Bay. Van deeze Bayen Noordwest ten Noorden legt een half myl verder een zeer kenbaar Eilandt, Col geheeten, zich byna rond vertoonende; verders vervolgt Boukelandt en ’t hoogste daar omtrent gelegen. Van hier naar de Moort-Bay binnen de Klippen door, is de koers anderhalf myl overal gebroken landt uit verscheiden Eilanden bestaande. Vervolgens legt Aene-Bay Zuid Oost omtrent anderhalf myl van daar. Deeze Bay is tusschen twee Eilanden aan den Noordwal gelegen, alwaar het heel diep is en men een slechte Ankergrondt vind. Van Aene-Bay naar de Groene Eilanden, die zes in getal zyn, neemt men de koers Noord-Oost ten Oosten drie mylen, en van het Zuid-Oostelykste deezer Eilanden tot aan de Wilde Bay Zuid-Oost ten Oosten. Van deeze Bay ontmoet men de Spiering-Bay binnen de buiten Klippen doorzeilende, wanneer men vervolgens by een vlak Eilandt komt; en verders Noord-Noord-Oost tot aan de Zant-Bay. Benoorden deeze Bay is een Fioert, ’t welk om de hooge Ysbergen aldaar te vinden, het Ys-Fioert word genoemt. Vervolgens benoorden legt Makkelykoudt, voor welke Bay dicht naar den Wal, drie Eilandtjes leggen. Een half myl benoorden ontmoet men de Roo-Bay die men uit het Zuid komende aandoet. Van de Roo-Bay tot aan de zwarte Vogel-Bay, stevent men Noord ten Westen; en van deeze Bay Noord-Noord-West door het Way-Gat, loopende met den koers Noord-West ten Noorden. Dit Way-Gat is omtrent drie mylen wyd, hebbende Disko op veele plaatsen een vlak strandt nevens een Hooglandt, hooger dan elders in de Straat Davis word gezien. Voor het Way-Gat legt een Groot en Hoog Eilandt, en Oostelyk noch een klein Eilandtje, door welk Way-Gat meest om de Noordt, sterke stroomen gaan. Van de Roo-Bay naar de Disko-Bay is de koers Noord West ten Westen. Disko-Bay, op 69 graden 10 minuten gelegen, heeft een vlakke strandt een weinig opgaande en naby den Wal een Rif; nevens deeze Bay legt een Berg met drie Heuvelen, een genoeg kenbaar teken. Van Disko-Bay tot aan de Liefde Bay, neemt men de koers langs het Landt omtrent zeven mylen West. Tusschen Disko-Bay en de Liefde Bay onthouden zich wel ’t meest de Walvisschen. In en omtrent de Straat Davis vind men geen geboomte, Ga naar margenoot+ maar wel eenig Rys-gewas, kort by den grondt uitspruitende, als ook een soort van blaauwe bessen, gelykende naar Geneverbessen; insgelyks een Kruidt Groenlandtsche Salade en Zuring genoemt, die genuttigt een bequaam Geneesmiddel voor de Scheurbuik verstrekt. In de Valeijen en Vlaktens, groeit een weelderig Gras, schoon ’er de Zomer zoo kort is, en de Landen zeer lang met Sneeuw zyn bedekt, zulks men ’t op verscheiden plaatsen ongemeen lang vind. | |
[pagina 74]
| |
|