Bloeijende opkomst der aloude en hedendaagsche Groenlandsche visschery
(1727)–Abraham Moubach, Cornelis Gijsbertsz Zorgdrager– AuteursrechtvrijCornelis Gijsbertsz Zorgdrager, Bloeijende opkomst der aloude en hedendaagsche Groenlandsche visschery. P. van Thol en R.C. Alberts, Den Haag 1727 (2e druk)
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
Universiteitsbibliotheek Gent, exemplaar: Acc. 8344
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Bloeijende opkomst der aloude en hedendaagsche Groenlandsche visschery van Cornelis Gijsbertsz Zorgdrager in de tweede druk uit 1727. De eerste druk dateert van 1720.
Bij leesproblemen en beschadigingen is gebruik gemaakt van een exemplaar in particulier bezit van de titeluitgave van 1728 (Amsterdam: Isaak Tirion). Uit dit laatste exemplaar zijn tevens overgenomen de Lyst van de Groenlandsche Visschery, en Prys der Goederen, zedert 1725 en de Lyst van de Visschery in de Straat Davids, ingebonden tussen p. 301 en 311. Deze lijsten kunnen aan de hand van de ingevulde gegevens worden gedateerd op 1731.
Er is gebruik gemaakt van een door Stichting Vrijwilligersnetwerk Nederlandse Taal o.l.v. Nicoline van der Sijs en Hans Beelen aangeleverd bestand.
redactionele ingrepen
De gebruikte afbeeldingen op de pagina's *2, *6, *10, *16, *17, *19, *27 en *32 zijn afkomstig uit de druk van 1720.
De gebruikte afbeelding op pagina *23 is afkomstig van http://www.maritiemdigitaal.nl.
fol. **2r: stylentop → stylen top: ‘niet allen den stylen top van een byna ongenaakbaare geleertheit bereiken’.
fol. **3r: werkstellig → werkstelling: ‘want de menschelyke pligt en te werkstelling van zyn vernuft’.
B2r: Willem de Veer → Gerrit de Veer: ‘Gerrit de Veer is de opsteller deezer Reistogten geweest’.
fol. B2v: Fobischer → Forbischer: ‘twee scheepen, die de zelfde koers als Forbischer en Hudzon nam’.
p. 16: krupelen → kreupelen: ‘losten een Musket op deezen kreupelen’.
p. 20: bevondtn → bevonden: ‘en zich alleen bevonden toen ze aan dit ys quamen’.
p. 20: boord → brood: ‘vermits zy zich aan ’t brood en de gekookte spijze niet gewennen konden’.
p. 41: aanzieu → aanzien: ‘kon staan en ’t kooken aanzien’.
p. 44: Commaudeur → Commandeur: ‘De voornoemde Commandeur Zorgdrager geeft door onderzoek’.
p. 65: Schoodbroeder → Schoonbroeder: ‘een Vryheer uit Noorwegen, die zich met zynen Schoonbroeder’.
p. 67: Ylandsche → Yslandsche: ‘De Yslandsche Iaarboeken der Christenen’.
p. 70: Pagina 70 komt in het origineel twee keer voor. De pagina is hier maar een keer overgenomen.
p. 72: Eliandt → Eilandt: ‘is een kenbaar Eilandt door zyne hoogte’.
p. 77: Walwischvangst → Walvischvangst: ‘Op de Walvischvangst uitgaan, en hun gedrag daar in aangemerkt’.
p. 80: Gevolgelte → Gevogelte: ‘ook schietenze het Gevogelte met hunne handpylen’.
p. 82: Waut → Want: ‘Want de twee mannen in ’t kleine jol dwaalden eerlang’.
p. 83: manmen → mannen: ‘maar niet dan 6 mannen van dien landaart ontmoet’.
p. 84: ren → een: ‘van deeze guure Noordere Gewesten een klaar denkbeeldt zal konnen opvatten’.
p. 86: vau → van: ‘Zeekerste Havens van dit Gewest aangeweezen’.
p. 92: Verheveliugen → Verhevelingen: ‘Verhevelingen beschreeven’.
p. 92: Marian → Mairan: ‘De Heer de Mairan heeft nochtans tot andere beginselen zyn opzicht’.
p. 94: Mathenatique → Mathematique: ‘Zie Memoires de Mathematique & de Physique 1693’.
p. 96: starrikundigen → starrekundigen: ‘De verstandigste Starrekundigen wisten zich hier in beter te quyten’.
p. 99: ttn → ten: ‘en dus leggen ze als ten Anker’.
p. 101: afsiand → afstand: ‘zulks ’er in ’t midden maar een kleine afstand van de eene ter andere kust gevonden word’.
p. 109: deu → den: ‘'t Mannelyklid van den Walvisch beschreeven’.
p. 113: sraat → straat: uit het Zuid-Westen naar ’t Westen van de Straat Davis’.
p. 145: Schiut → Schuit: ‘alles wat tot de toerusting van de Schuit en Bok dienen mogte’.
p. 149: grootrn → grooten: ‘die van China met een zeer grooten trein verzelt’.
p. 151: Russich → Russisch: ‘in ’t Russisch Zwerenoes, of anders Heilige Kaap genoemt’.
p. 151: eertsdaags → eerstdaags: ‘welke Schepen nu eerstdaags zullen gereed zyn’.
p. 181: besluisten → besluiten: ‘Nu zullenwe de eerste vraag besluiten’.
p. 186: Aaardbeving → Aardbeving: ‘van steyle Bergen door Vorst, Storm , Donder, Aardbeeving en andere toevallen’.
p. 193: e → en: ‘Strekking en gelegentheit van Spitbergen’.
p. 194: Hollandche-Baay → Hollandsche-Baay: ‘de Hollandsche-Baay geheeten’.
p. 194: Spitisbergen-Waigat → Spitsbergen-Waigat: ‘en om deezen Hoek het Spitsbergen-Waigat’.
p. 195: weest → geweest: ‘het welgeleegenste van de Visschery geweest’.
p. 206: alleuks → allenks: ‘haare ryke Voordeelen, door ’t ontwyken der Witvisschen, Robben en Walrussen allenks beginnende te missen’.
p. 208: Staat-Davis → Straat-Davis: ‘van Nova Sembla, tot de Straat-Davis’.
p. 208: Spitbergen → Spitsbergen: ‘daar onder begreepen Spitsbergen’.
p. 211: Lanaart → Landaart: ‘dit Gewest te bevaaren, allen Landaart vry lieten’.
p. 212: overblyfiels → overblyfsels: ‘Waar van de overblyfsels noch zyn te zien’.
p. 212: overblyzels → overblyfzels: ‘In welke Bayen de Schryver de overblyfzels zelf heeft gezien of niet gezien’.
p. 216: Mauritins → Mauritius: noch zeeker nieuw Eiland, en ’t zelve Mauritius’.
p. 232: verryker → verryken: ‘door de gewaagde Schepen ter Walvischvangst uitgerust, te verryken’.
p. 233: wa → wat: ‘noch anderen van wat qualiteit of conditie hy zy’.
p. 237: gezien. → ‘gezien en gevangen, want met de Visschen die in de volle zee gevangen worden, heeft men meerder moeiten om die door ’t holgaande water te konnen dooden.’ (conform Byvoegzel, p. 326).
p. 238: Zembla → Nova Zembla: ‘in ’t Oost- en Westys, Out-Groenlandt, te Nova Zembla’ (conform Byvoegzel, p. 326).
p. 238: Visch die Iaarlyks gewoon was → Visschen die Iaarlyks gewoon zyn’ (conform Byvoegzel, p. 326).
p. 239: Fransen → Fransen en Biskayers: ‘zyn Hollanders, Fransen en Biskayers, Hamburgers en Bremerszyn Hollanders, Fransen en Biskayers, Hamburgers en Bremers’ (conform Byvoegzel, p. 326).
p. 239: Keers Kaar → Keerens Kaar: ‘door eenige oude Commandeurs Keerens Kaar geheeten word’ (conform Byvoegzel, p. 326).
p. 242: waanneer → wanneer: ‘wanneer we daar uit eenig onderwys en licht zullen vinden’.
p. 243: vanst → vangst: ‘hun werk daar van maaken, om een goede vangst te doen’.
p. 244: voort brengt, zoo is echter → ‘voort brengt, gelyk men in de gevangen Wyfjes Walvisschen de Ionge ongebooren Visschen heeft gevonden ter lengte van drie tot vyf voeten, en de zelven uitgenomen, in Hollandt gebragt. Ook heeft men verscheidenmaale de Walvisschen te zamen zien genereeren, staande met de hoofden om hoog, en buiken tegen elkander. De Mannetjes Walvisch is van een Teellidt ter langte van vyf of zes voeten verzien, en de Wyfjes hebben naby het hoofd twee borsten aan welker teepels de Ionge Walvisschen zuigen, zynde de melk wit en zeer vet, dog walgelyk door haare geilheit en overvloedige vettigheit. Weshalven is’ (conform Byvoegzel, p. 326, met schrapping van zoo en echter).
p. 244: af → of: ‘noch wel door een afgedwaalde gebeurt, of men jaagtze na’.
p. 246: Spitbergen → Spitsbergen: ‘de Straat-Davis en ’t Eilandt Spitsbergen’.
p. 256: gescheiden → geschieden: ‘indien ’t geschieden kan, tot onder het gezicht van ’t Landt’.
p. 256: bezicht → bericht: ‘Verder bericht hier van gegeeven’.
p. 257: Die → Dit: ‘Dit Ysveldt, schoon wy ’t landt nooit hebben gezien’.
p. 259: dervalven → derhalven: ‘Dus zal dan derhalven met het eerste vriezend weêr’.
p. 270, voetnoot: Zenir → ‘Zenit’.
p. 273: vovenste → bovenste: ‘daar het schynt dat de bovenste, niet dan omtrent ten 9 uuren zich opdeed’.
p. 280: Eeindelyk → Eindelyk: ‘Eindelyk vondenze na 12 uuren omzwervens, Jan Kaar’.
p. 284: ins- → insgelyks: ‘En insgelyks anderen wedervaaren is’.
p. 285: Spitbergen → Spitsbergen: ‘gelyk aan Spitsbergen mede lustig wat te doen was geweest’.
p. 294: Koopvaardees → Koopvaarders: ‘op Yslandt, en van daar met Deensche Koopvaarders’.
p. 297: en en → en: ‘is ʼt ’er ook zeer bankig en heel breed grondig’.
p. 300: afschaft → afgeschaft: ‘Die tydelyk word afgeschaft’.
p. 301: Walischvanst → Walvischvangst: ‘met haare Wisselvallige Visschery en Walvischvangst gestaan heeft’.
p. 301: medegeelt → medegedeelt: ‘zal blyken in de volgende Lyst, uit een voornaame Reeders handt ons medegedeelt’.
p. 311: geapprobeett → geapprobeert: ‘zoo als geapprobeert word mits deezen het Reglement en Ordre hier na volgende’.
p. 313: Pattenier → Partenier: ‘zoo Maantgelder als Partenier, naar advenant moeten missen’.
p. 316: Saraam → Sardam: ‘Simon Groot. Sardam’.
p. 317: Reededery → Reedery: ‘voor de Hollandsche Groenlandsche Reedery naar Groenlandt en de Straat Davis’.
p. 320: Iacod → Iacob: ‘Iacob Biersteker’.
p. 321: Pierer → Pieter: ‘Pieter Baartsz. Steenhuis’.
p. 323: Wosms → Worms: ‘David Worms’.
p. 342: vaa → van: ‘hebbende een Vangst van 6½ Visch 305 Quardeelen Traan’.
p. 347: haaae → haare: ‘De Walvischvangst in haare eerste gedaante en behandeling beschouwt’.
p. 367: is is → is: ‘deeze is wel de gemakkelykste, en minst gevaarlykste om Schepen te verliezen’.
p. 367: steeekt → steekt: ‘by de zelve gekomen steekt de Sloep derwaarts’.
p. 373: Groeland → Groenland: ‘Zoo peurt eens meê naar Groenland toe’.
p. 378: Terreneussche → Terreneufsche: ‘de groene Bakkeljaau word op de groote Terreneufsche Bank gevangen’.
p. 380 en 381: de foutieve paginanummers 180 en 181 zijn verbeterd in 380 en 381.
p. 386: Schaspsvachten → Schaapsvachten: ‘Verders zyn ze van een lange rok, uit Schaapsvachten gemaakt’.
p. 387: medr → mede: ‘en merkende dat anderen mede deezen toeleg maaken’.
p. 388: vervolgtns → vervolgens: ‘Vervolgens worden de Timmerluiden naar Landt gezonden’.
p. 394: Walvischvanhst → Walvischvangst: ‘of die aanleiding tot de Walvischvangst gegeeven hebben’.
p. 398: Sraat → Straat: ‘loopt de Straat Hudzon in’.
p. 402: Eilanat → Eilandt: ‘als ook omtrent de Visschery van Jan Mayen Eilandt’.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (fol. *2v, *3v, 328, 376) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[fol. *1r]
BLOEIJENDE OPKOMST
Der Aloude en Hedendaagsche
GROENLANDSCHE
VISSCHERY.
[fol. *2r]
Bloeijende Opkomst der Aloude en Hedendaagsche GROENLANDSCHE VISSCHERY
F. Ottens inv. et del. J. Folkema sculps.
[vignet]
Bij P. van THOLen en R.C. ALBERTS. 1727.
[fol. *3r]
C: G: ZORGDRAGERS
Bloeijende Opkomst der Aloude en Hedendaagsche
GROENLANDSCHE
VISSCHERY.
Waar in met eene geoeffende ervaarenheit de geheele omslag deezer Visscherye beschreeven, en wat daar in dient waargenomen, naaukeurig verhandelt wordt.
UITGEBREID
Met eene korte Historische Beschryving der Noordere Gewesten, voornamentlyk Groenlandt, Yslandt, Spitsbergen, Nova Zembla, Jan Mayen Eilandt, de Straat Davis, en al ’t aanmerklykste in de Ontdekking deezer Landen, en in de Visschery voorgevallen.
Met byvoeging van de
WALVISCHVANGST,
In haare hoedanigheden, behandelingen, ’t Scheepsleeven en gedrag beschouwt.
DOOR
ABRAHAM MOUBACH.
TWEEDEN DRUK.
Met aanmerkelyke zaaken vermeerdert,
NEVENS EEN KORTE BESCHRYVING
Van de
TERRENEUFSCHE BAKKELJAAU-VISSCHERY.
Verciert met naauwkeurige, en naar ’t leven geteekende nieuwe Kaarten en kunstige Printverbeeldingen.
IN s’GRAVENHAGE
BY P. VAN THOL EN R.C. ALBERTS, Boekverkopers. 1727.