Voorwoord
Tot hier toe heeft men de Vlaamsche taal over het algemeen om hare schoonheid verdedigd. Schrijver dezes heeft de belangen zijner landgenooten, welke Vlaamsch spreken, pogen te verdedigen. De Vlaamsche quaestie is langs die zijde veel ernstiger.
Schrijver weet wel dat er onder de vlaamschgezinden mannen zijn, die hetgeen hij ondernomen heeft, met meer talent zouden vervuld hebben; maar, vermits hij zag, dat die mannen de pen niet in de hand namen, heeft hij getracht, in hunne plaats, op de bres te staan. - Talent kan hem wel ontbreken, moed ontbrak hem nooit!
Hij vraagt verschooning voor de duistere zinnen, welke men hier en daar in het volgende werkje zou kunnen aantreffen; hij vraagt insgelijks verschooning, omdat zijn boekje zoo onvolledig is. Het is niet in een twintigtal bladzijden, dat men al de belangen eener natie kan verdedigen; het is ook op geen vijftal dagen, dat zulke verdediging kan geschreven worden. Daar is meer tijd tot overdenking toe noodig - dit ontbrak den schrijver hier.
Tegen eene aanstaande gelegenheid zal hij waarschijnlijk dit boekje uitwerken en volledig maken, en hij durft zich vleien dat, wanneer hij talent genoeg hadde, om de gedachten welke hij over de Vlaamsche belangen heeft, in hunne volle klaarheid op het papier te brengen, een aantal personen, welke de taal nu vijandig zijn, van overtuiging zouden veranderen.
de schrijver,
ENG. ZETTERNAM.