gebeden ten hemel stuurden; maar de ziener veranderde duidelijk; zijn blijde glimlach maakle plaats voor bitteren angst; eene koude rilling gleed door zijne leden en smartelijk riep hij uit:
- Ik zie niets dan bloed, broeders; de krijgers vallen gelijk de bladeren voor de eerste winterwinden.... De dood knakt vrouwen en kinders neder, en de maagden worden in de hutten der Eburonen gebracht.
- Strijden wij dan niet! Strijden wij niet! - riep de hoop.
- Neen, strijden wij niet! - hernam Morvin. - Ziet den toorn Hesus' in de wichelstokjes uitgedrukt! Er zijn niets dan plassen bloeds.
Werkelijk, met eenige welwillendheid, kon men aannemen, dat de bast een aantal onregelmatige ronden afteekende; maar, of die bloedplassen te beteekenen hadden, is iets dat de Kimris alleen konden beslissen. Zij vlogen althans schuchter achterwaarts.
- Niets dan bloed en moord.... - mompelden zij huiverend; - strijden wij niet! neen, strijden wij niet!
- Waarlijk! - sprak Cenviorix die zich in den mismoed der vijanden meer en meer opwond. - waarlijk, het is het geraadzaamst niet te strijden! Nooit werd Eburonië verwonnen; nooit kwetste een zwaard straffeloos een zijner kinderen. Keert, keert naar Gallië weder; want de Belgische held is als de bliksem, die slaat, treft en vernielt.
De Kimris zagen verbitterd op; echter aan dergelijke zwetserij van gevangenen gewoon, schenen zij er niet veel op te letten. Een enkele zegde:
- Zal dit de eenige buit zijn, welken wij uit dit land zullen halen?
- Ja, voorwaar! - antwoordde een krijger die aangeloopen kwam, - want er is geen enkel wichelaar, die geene slechte voorteekens heeft gezien.
- Dan zal deze lafaard voor al de Eburonen boeten! - riep Morvin, daar hij zijne framei met geweld op den weerloozen jongeling sloeg.
Deze wilde opvliegen, doch de banden, welke aan zijne beenen gebleven waren, deden hem vallen, wat al de omstanders hoonend deed lachen, tot de knaap zijne waardigheid hernam met verachtend te zeggen:
- Ten onzent behandelt geen held aldus eenen gevangene! Hoonen en smaden is eenen krijgsman onwaardig en bij ons wordt dit den vrouwen en kinderen overgelaten!
- De gevangene is in zijn recht, - sprak een Kimri.
- Het is waar, - hernam Morvin berouwvol; - het is jammer dat zulke koene knaap heel het gewicht der Kimrische wraak zal dragen.
- Wat zal hij getergd worden!
- Wat zal men hem pijnigen!
- Hoort, vrouwen en kinderen eischen reeds zijnen dood!
Inderdaad, al wat niet strijden kon, schoolde samen; en de vrouwen, die men van de wichelpartij had verjaagd, werden bij de bloedpartij genoodigd. Knapen en meisjes verdrongen zich om den gevangene, en Cenviorix zag hen met tangen, spiesen, messen en pijlen gewapend. Hij zag hen vuur aanleggen; en, voorziende wat martelie hem wachtte, kon hij de siddering zijns harten niet weerhouden, ofschoon zijn voorhoofd helder bleef.
- Zal men hem nu reeds slachten? - vroeg Morvin.
Een verlangend geroep steeg uit den woesten hoop op; met moeite verkregen de helden eenige stilte om te beraadslagen.
- Wat hebben wij anders te doen dan het spel na te zien? - vroeg een.
- Er valt toch niet te strijden, - merkte een andere op.
- Wij hebben voedsel geroofd voor twee dagen, - besloot Morvin. - Het best wat wij kunnen doen is, de kinders naar dien vijand te leeren mikken! - En onder blij geluid werd Cenviorix van zijne laatste boeien ontdaan. Moedig opgericht, stond hij daar nu als een ware held den bloeddorstigen hoop te aanschouwen, die als een orkaan om zijnen dood woedde. Zijn blik scheen door zijne vijanden ontzien, en waar hij het deftig gelaat wendde, daar heerschte een oogenblik stilte. Echter, naarmate de toebereidselen ter pijniging vorderden, naarmate verdubbelde ook het ongeduldig wraakgeschreeuw zijner beulen; en Morvin, de woede der vrouwen en der