Wat nu, het boekdeel betreft, dat de schrijver het welwillend publiek aanbiedt, daarover heeft hij weinig of niets te zeggen.
Hij herhaalt slechts, dat hij alleen voor zijn werk verantwoordelijk is, en dat hem de eer van den aanval toekomt, zoo zijn arbeid niet te onbeduidend is om eenen aanval te verdienen. Zijn eenig doel bij het vervaardigen van dezen roman was, eenig licht op den toestand van sommige leden der maatschappij te verspreiden, en te doen opmerken, dat de weg, door enkelen gevolgd om zekere standen der samenleving te verbeteren, niet altijd de goede is.
De innige overtuiging van den schrijver is en zal altijd blijven, dat zedelijke vooruitgang van stoffelijk welzijn niet kan gescheiden worden, dat die twee maar één uitmaken, en dat, den werkman te willen beschaven, zonder hem de middelen te geven om de noodwendigheden, uit die beschaving voortspruitende, te voldoen, eene tegenstrijdigheid is.
Hij heeft dit reeds vroeger gezegd, en hij zal dit herheden, tot men het tegendeel bewezen hebbe. Meer en meer zullen zijne werken met dit doel worden opgesteld; want MIJNHEER LUCHTERVELDE bevat slechts een klein gedeelte der innige gedachte, die zijne lettervruchten te zaam verbinden zal.
Hij beseft wel, dat hij te machteloos is, om het einde dat hij zich voorstelt, op eene waardige wijze te bereiken; maar hij hoopt, dat meer talentvolle mannen hem op het ingeslagen pad zullen volgen, en, indien zulks niet moest gebeuren, zoo die hoop moest te leur gesteld worden, dan vindt hij nog een echt genoegen in het uitdrukken zijner overtuiging.
de schrijver.