Cap. 17.
¶ Dits vande(n) seebel i(n) die ogenGa naar voetnoot3).
Seebel dats alse die adren vander uterster huut die men heet te gader voegende. entie horen huut in die Ga naar margenoot+vergaderinge van hem beiden. die werden al vol bloets ende swillen so datter af wast die nagel [dye men heet in latine ungula G] ende die doec. [dat pannis heet G] Ten welken [cueren G] es goet die rode colirie of die groene vorleert, Ende onderwilen eist noet dat men die vorseide adren lichte met enen hake. of snijtseGa naar voetnoot4). ende daerna geneest datter blijft metter vorseider coliriën. ¶ Van dat die zie es worden al wit so en makic u niet. want het ware u al te belemmerlijc. ende te lange ene cure. entie meest faelgiert in die beste meesters ende hier omme so latict. ende en wille u niet belemmeren daer met. ende ga voort tere ander curen ende ierst vanden ogen die tranen.