ten goeden. Myne Dochter zal met den Heer Smit trouwen, zo dra hy eene standplaats heeft: myn Zoon, hoop ik, dat wys genoeg zyn zal, om gelukkig te worden met haar, die in staat zyn zal hem gelukkig te maken. Dan meen ik my geheel aftezonderen van gezelschappen, die ik nu om myne kinderen zie en zien moet. Is myn goed dan toereikent, dan hoop ik, op een stil aangenaam Buitentje, my daaglyks meer voor te bereiden voor een beter leven. Mogt het zyn in 't gezelschap der uitmuntende Vrouw, die ik zo hoog schat, en voor wie myn hart vriendschap voelt, wat had ik dan meer te wenschen?
God beware u nog lange, om door u het menschdom te zegenen! om alles gelukkig te maken, wat gy in den ruimen kring uwer uitgebreide menschlieventheid bevat! Wees de Vriend, de Vader van myn lieven Willem, die my nog nimmer in eenig opzicht reden tot misnoegen, maar altoos tot vreugde gaf: en geloof, dat ik ben
Uwe hoogstachtende en verpligtste Vriendin,
Sophia van Zon,
Weduwe Gerrit Willis.