geven, of ik dan nu zoude afgaan van die beginzels, die uwe lessen, die myner zalige Moeders vermaningen, my hebben ingeboezemt, en by de opvolging van welke ik my zo wél bevonden heb? of ik nu dwaas genoeg zyn zoude, om myn geheel leven ongelukkig te maken, door my te verbinden met eene schone bevallige vrouw, die noch een deugdzaam hart, noch een gezont oordeel bezat?
Ik ben, om ter zaak te komen, verlieft op de jonge Juffrouw Sara Burgerhart, eenige nagelatene Dochter van den Heer Jan Burgerhart en Mejuffrouw Hofland; die haar, (hoor ik,) een goeden stuiver gelds hebben nagelaten; by uitnementheid wel opgevoet, en gestelt onder de voogdyschap van den Heer Abraham Blankaart, nevens eene Tante, van wie zy, met goedkeuring haars Voogds, vertrokken is; en gelogeert by Mevrouwe de Weduwe Spilgoed. Het karakter deezer Dame is van de grootste volkomenheid, zo wel met betrekking tot het verstand, als den Godsdienst. Myne Beminde is de gunstelinge, - de tederbeminde Dochter deezer waardige vrouw: de jonge Dame bemint hare Moederlyke Vriendin met de eerbiedigste, de dankbaarste liefde.
Om u hier van eenige blyken te geven, zal ik u, en myne Tante, vier Brieven toebetrouwen, een van my aan mynen Broeder geschre-