Honderd-dertiende brief.
De Broeder Benjamin aan Mejuffrouw Cornelia Slimpslamp.
Zusje lief!
Ik begryp je! Wees gerust: om u sta ik den Duivel. Ik heb het zeer druk in myn werk; doch kom morgen; ik ben al verzogt. Alles is om het hare, en om u.
Gy kent my.