Zo heeft de zalige Luter ook gedaan. Gy noemt dit het geloof verlaten: noem het dolingen die men voor dolingen houdt, te verlaten. Al wat ik denk, dat niet waar is, geloof ik ook niet: zo dat, dit is, in dit geval, zyn Geloof belyden en beleven.
Ik sta verzet over het gezont verstand deezes mans. Hoe misselyk hy zich ook uitdrukt, zyne redenen zyn goed, en doen zo veel eer aan zyn hart, als aan zyn verstand. Ik moet kennis met dien man maken: zyne liefde voor de jonge Dame neemt my sterk ten haren voordele in. Want, dat gy haar op die plaats met jonge lieden gezien hebt, betekent niets; dit hoef ik u niet te bewyzen, hoop ik.
Ik ben de eenigste man, zegt gy dikwyls, die u mag tegenspreken: van die vryheid moet ik in deezen gebruik maken. Nooit kan ik geloven, dat myn Neef Hendrik zyn hart zoude schenken aan een Meisje, wier karakter niet onberispelyk is. Ik ken zyne goede beginzels; ik weet, dat hy een vyand is van alle zedeloosheid, en dat gy, van dien kant, niets te vrezen hebt; was dit zó, (waar aan ik niets geloof, of mag geloven,) dan moesten wy de zaak anders behandelen.
De eenige zwarigheid is dan deeze: zy is van de Publicque Kerk. De Lutersche Leer voortteplanten, door het aanwinnen van kundige