zou net haar smaak geweest zyn. Luister eens, Naatje; hoewel ik het niet uit dankbaarheid doe aan de Godin der Liefde, (verstaat gy dat, kind?) zo heb ik een groot vermaak in Huwlyks-Alliantiën uit te vinden. Wat dunkt u, dat Willem om Letje kwam, dan hadt hy zeker een Engel van een Vrouw, en zo een verdient hy; - Letje was ook in veiligheid. Eéne bedenking is er maar! Ik weet niet, of myne Letjes hartje wel zó vry is, als dat van Juffrouw Albedil Burgerhart.
‘En was ik niet zeer opgeruimt? en zei de Eerwaardige dit?’ Verbaast nog toe! Ik weet echter niet, dat ik my ergens over benaauwt voel: zo dat, wees gerust; maar ik heb ook zo myne denkende buitjes; en om dat die my zo eigen niet zyn, als zy mooglyk u zyn, valt dat zo aanstonds in 't oog.
Edeling is uit de stad. Myn Voogd, merk ik, zou my graag met hem getrouwt zien; en myne Mama Buigzaam meent, dat zyn voorstel myne ernstige overweging verdient, en hoopt, dat ik, ten zynen opzichte, een gunstig besluit nemen zal. Myn hart slaapt nog in rozen; meer kan ik u nu niet zeggen.
Of ik my ooit het Huislyk leven in zulk een zagt licht heb voorgestelt, als Smit het u afmaalt? Nooit anders! Ik was, schoon een kind, getuige van Huisselyk geluk, in myne