Negen en tagtigste brief.
Mejuffrouw Sara Burgerhart aan Mejuffrouw Anna Willis.
Waarde Willis!
Victorie! Victorie! myne Vriendin is te regt. Ik heb haar weergevonden! Frits, loop, draaf, vlieg met dit Paket ten eersten naar den Post: - zo zal ik binnen weinig oogenblikken zeggen; Want ik sta zo met myn handschoenen al aan, om met Lotje uittelopen. Kortjes dan. Lees de nevensgaande een, twee, drie, vier Brieven, en oordeel, of ik misnoegt op u ben; dit alleen nog: de waarde Dame weet niets, haar betreffende. Ergo, zwygen is 't woord. Met ons zal 't wel schikken: hoe zeit Vader Kats?
Alschoon goê Vrienden kyven,
Zy zullen Vrienden blyven.
Adieu, lieve Willis! Omhels uwe dierbare Moeder voor my, groet myn Wimpje, en weet, dat gy geacht en bemint wordt door
Sara Burgerhart.