t'huis te komen, maar 't zal nog vooreerst niet lukken. Luister toch altyd naar de brave en wyze Juffrouw Willis, als of het uwe moeder waar; meer eisch ik niet van u. Ga je wel in de Kerk, Kind? Dat moet je voor al en voor al doen. Daar zit ik nou weer in een Paaps land, daar hoor je van God, noch zyn gebod, wil ik spreken; en zo ik myn tyd niet wel had waargenomen, hoe zou 't nu gaan met my? Als ik t'huis kom, zal ik je alle Zondag afhalen om ter kerk te gaan, want ik ben nog zo een oud Hollands man; en je zou niet geloven, Kind, hoe fraai de meisjes zyn, als zy daar, gelyk zo een rei wassepoppetjes, wel gekapt en gekleed, aandagtig zitten toe te luisteren wat de Leeraar zegt. Ik versta weinig Fransch, maar als je evel toch altemet eens naar de Fransche Kerk wilt, dan zal ik, uit pure inschikkelykheid, met je gaan, en denken: zy onderhoudt er haar Fransch door; en voor my is de penitentie kort, want die Coquette Abbeetjes maken het in een uur knaphandig af.
Zeg eens, Saar lief, staat er ergens in den Bybel van een teken des Beestes? zy past dat toe op de menschen daar ik nu by ben. Ik heb de vier Euangelien al eens doorgelopen, doch vind er niks van. Doch dat Fyne volk vindt zo veel in Gods woord, dat er geen Christen mensch anders in kan vinden. Jy hebt niet veel anders