Historie van mejuffrouw Cornelia Wildschut
(1992)–Aagje Deken, Betje Wolff– Auteursrechtelijk beschermd12 Christina Lenting aan Hendrik van ArkelUit vrees of gij de zaken niet meester kon worden zonder dat ik er mij mee bemoei, schrijf ik een brief die gij moet zien voor te lezen. Antwoord mij spoedig wat hij uitwerkt! Ik wend niet voor dat ik mij om uwentwil alleen zo veel moeite geef, neen: ik heb bijzondere reden om mij te vertonen. Mevrouw Stamhorst is een gevaarlijke vrouw, zij bedekt alles onder een diep stilzwijgen, en heeft nogmaals zich weten te ontslaan van een bezoek 't welk ik haar geven wilde. Ik liet mij, met mijn koets, daarheen brengen en dacht het aldus te winnen. Er was belet. Ik reed heen zonder de minste gevoeligheid te tonen, maar zulke vastbepaalde voornemens om mij met de grootste blijken van koele kleinachting te behandelen hebben mij zo opgewonden, dat ik rust noch duur heb voor ik u in spijt van hen allen met uw mooie malloot getrouwd zie: dan zal het mijn beurt worden. Ik zal Keetje wel vervormen, ik heb wel slimmer meis- | |
[pagina 55]
| |
aant.jess naar mijn zin gebogen; maar geen snoeverijen, de daden zullen mij vertonen in al mijn licht... A propos Hein, het is immers uw voornemen om haar te trouwen? Zo niet, des te beter, zou ik zeggen, tot mijn oogmerk. Maar gij zijt om geld verlegen; dat is de drommel - altoos uw vriendin en zuster, Chrisje. |
|