| |
| |
| |
Aantekeningen
Brief 1 7
Bladzijde 7. des daarom; correspondenten zakenrelaties; dingsig van streek; Sophia's Reizen...Clarissa de lijvige zedenkundige romans Sophiens Reise von Memel nach Sachsen (1769-1773) door Johann Timotheus Hermes en The history of Clarissa Harlowe (1747-1748) door Samuel Richardson; pampelen ronddrentelen. |
Bladzijde 8. chemises hemden; slee rijtuig op glij-ijzers in plaats van op wielen, algemeen in gebruik te Amsterdam. |
Brief 2 8
Bladzijde 9. driften hartstochten; vrijwerkende (moreel) zelfstandige; geval toeval; Fielding Henry Fielding (1707-1754), Engels romancier. In het eerste hoofdstuk van zijn bekende History of Tom Jones (1743) zegt hij juist dat de menselijke natuur meer verscheidenheid oplevert dan de meest gevarieerde keuken; keten der wezens voorstelling van al het geschapene in één groot hiërarchisch geordend verband, waarin ieder onderdeel zijn specifieke plaats had. |
Bladzijde 10. hebbelijkheid door gewoonte gevormd gedrag; fijnen kwezels, overdreven vromen. |
Bladzijde 11. van de huig lichten oplichten; breteur vechtersbaas; geweldige onstuimige; half snees tiental; esprit fort vrijdenker. |
Bladzijde 12. deïsterij het aanhangen van het deïsme, godloochening; oortje muntstukje ter waarde van een kwart stuiver; vernuft geestesgesteldheid; dukaten een gouden dukaat had een waarde van ongeveer vijf gulden. |
Bladzijde 13. Celadon personage in de roman L'Astrée van Honoré d'Urfé (begin zeventiende eeuw). Prototype van de getrouwe, verlegen minnaar; petite maîtressen vrouwelijke va-
|
| |
| |
riant van de petits-maîtres, saletjonkers; snapt babbelt. |
Bladzijde 14. galant geïnteresseerd in avontuurtjes; der peine niet waardig de moeite niet waard. |
Bladzijde 15. gemene gewone; briefje schuldbekentenis; in voorraad op voorhand. |
Brief 3 16
Bladzijde 16. germain nicht volle nicht. |
Bladzijde 17. om bij de natuur te blijven zonder de werkelijkheid geweld aan te doen. |
Bladzijde 18. sterkste geesten radicaalste vrijdenkers (esprits forts); miene gelaatsuitdrukking; gaapstokken houten klazen. |
Bladzijde 19. uitgestrekte verkering onbelemmerde omgang; onnozel argeloos; romanesk romantisch. |
Bladzijde 20. achtervolgde geregelde; Lady Montagu Mary Wortley Montagu (1689-1762), schreef geestige en onbevangen brieven over het leven in Constantinopel, waar haar man ambassadeur was; Madame de Sevigné (1626-1696) befaamd om haar brieven, die een instructief en amusant beeld geven van het leven van de Franse aristocratie; vogelen des hemels... leliën des velds naar de bekende voorbeelden in de bergrede (Matth. 6:26-28); beau-monde de grote, uitgaande wereld. |
Bladzijde 21. snoeshaan opschepper; hier omstreeks hier in de omgeving; omdragen voor doen houden voor, de reputatie bezorgen van; het volkje de lagere standen. |
Brief 4 22
Bladzijde 22. vijgebladen uitvluchten. |
Bladzijde 23. eenzelvig eentonig; reversi kaartspel; benisten menisten, doopsgezinden. Zij stonden bekend om hun ingetogen levenswijs. |
Bladzijde 24. comptoir kantoor. |
Bladzijde 26. een schrik van een hoop; lijnwaden linnengoed. |
| |
| |
Brief 6 29
Bladzijde 29. Sylvia traditionele naam voor een aanbeden geliefde. (Er figureren vele Sylvia's in de pastorale literatuur; de beminde van de even verderop genoemde Celadon heette echter Astrée.); moeder der Gracchen Cornelia, moeder van de Romeinse politici Tiberius en Gaius Gracchus (tweede eeuw voor Christus); vooroordeel intuïtie. |
Bladzijde 30. Doris van de grote Haller ‘Doris’ is de aanbedene in het gelijknamige liefdesgedicht (1730) van Albrecht von Haller (1708-1777); de negen zanggodinnen in de Griekse mythologie de schutsgodinnen van kunsten en wetenschappen, onder leiding van Apollo; Mecena beschermvrouwe aan wie het gedicht wordt opgedragen; vale gegroet (Latijn). |
Brief 7 31
Bladzijde 32. Abigaïl in de bijbel de om haar verstand geroemde vrouw van koning David. |
Bladzijde 33. uitvindingen vindingrijkheid; gladde vrijer ongebonden minnaar; kunt gij uw Lijden schrijven toespeling op Goethes roman Die Leiden des jungen Werther (1774); beweeglijke aandoenlijke. |
Brief 8 34
Bladzijde 35. geleidelijke volgzame. |
Bladzijde 36. Vauxhall park annex uitgaanscentrum. |
Bladzijde 37. platje ondeugd; dus zo; bedenkelijk twijfelachtig; Rossinant paard van Don Quichot; geeft hier de ton bepaalt wat ‘bon ton’ is. |
Brief 9 38
Bladzijde 38. hebben geen deel altoos in staan volstrekt los van. |
Brief 10 39
Bladzijde 41. vind ik mijn rekening... niet heb ik... geen belang;
|
| |
| |
woelig levendig; koeskoezen brabbelen; op de minste wijs waar dat maar mogelijk is. |
Bladzijde 42. goed arms mild jegens de armen. |
Bladzijde 43. murwe gevoelige. |
Bladzijde 45. verongelijkten onrechtvaardig bejegenden; ik zeil... halve wind ik weet... te geven en te nemen; haneveer kenau. |
Bladzijde 46. de verboden boom de boom der kennis in het paradijs, waarvan Adam en Eva de vruchten niet mochten plukken. |
Bladzijde 47. pensioen uitkering. |
Bladzijde 48. Hier stond zij wat voor Hierop wist ze niet goed iets te zeggen. |
Bladzijde 49. blauwe uitvluchten beuzelachtige uitvluchten. |
Bladzijde 50. naar de voorschriften van Locke of Rousseau John Locke (1632-1704) en Jean-Jacques Rousseau (1712-1778), invloedrijke opvoedingstheoretici. |
Bladzijde 51. De Wijk Beverwijk; hier was evenals in Delft een tehuis voor geestelijk gestoorden gevestigd. |
Bladzijde 52. Want ik ben geen jood toespeling op de strenge sabbatsrust van de joden; te Zeist in het bos van burgemeester Van Beek het om zijn boomaanplant befaamde buiten Beek en Royen van de Utrechtse regent Hendrik Verbeek; diaken functionaris in de Hervormde kerk, belast met de zorg voor de armen; mag het fortuin maken van mag als een buitenkans worden beschouwd door. |
Bladzijde 53. godshuizen liefdadigheidsinrichtingen; bededag biddag, dag van georganiseerd algemeen gebed; rijers rijders (zilveren munt van ruim drie gulden). |
Brief 13 55
Bladzijde 55. chirurgijn plattelandsheelmeester (met slechts een beperkte medische kennis). |
| |
| |
Brief 14 56
Bladzijde 56. Panza Sancho Panza, de schildknaap van Don Quichot. |
Bladzijde 57. bolde deed... genoegen. |
Bladzijde 58. de almanak van Louw en Crelis volksalmanak waarin allerlei verhaaltjes en anekdotes waren opgenomen; babok lomperd; diverteer vermaak. |
Bladzijde 59. puis nog toe! heremetijd!. |
Brief 15 60
Bladzijde 61. dejeuneren ontbijten; Daar zag ik niet dóór Daar begreep ik niets van; du ton naar de mode. |
Bladzijde 62. wie hoort er niet van wie hoort daar niet van op. |
Bladzijde 63. onderstond beproefde. |
Brief 17 64
Bladzijde 65. l'ombre (h)omber, een kaartspel; kunstdriften... inspraken der natuur kunstmatige (aangeleerde) hartstochten... natuurlijke (aangeboren) neigingen. |
Bladzijde 66. geknipt ingepalmd. |
Bladzijde 67. chère amie dierbare vriendin; stoutheid onverschrokkenheid. |
Bladzijde 68. smous jood. |
Bladzijde 69. versierde verzon. |
Bladzijde 70. voorgesteld voorgelegd. |
Bladzijde 73. snedige scherpzinnige. |
Brief 19 78
Bladzijde 79. van... laten uitkijken uitgehangen, gespeeld; T.T. totus tuus (Latijn) geheel de uwe. |
Brief 20 80
Bladzijde 80. ik vleide mij ik had de hoop, ik koesterde de
|
| |
| |
illusie. |
Bladzijde 81. sterk... geleefd een wild leven geleid. |
Bladzijde 82. indien ik een klopachtige natuur over mij had als ik ervan hield iemand af te ranselen; petits-airs aanmatigende maniertjes. |
Bladzijde 84. geven... elkander gedurig zetten geven elkaar voortdurend steken onder water. |
Bladzijde 86. reis keertje. |
Bladzijde 87. Koningin de Navarra koningin Marguerite van Navarra, schrijfster van de Heptaméron (1558), een verzameling liefdesgeschiedenissen; La Fontaine Jean de La Fontaine; hier wordt niet gedoeld op zijn bekende fabels maar op de pikante Contes et nouvelles en vers (1664-1674). |
Bladzijde 88. da capo! bis!. |
Bladzijde 90. revenge revanche, genoegdoening. |
Bladzijde 91. hij vervatte het hij kwam erin, hij raakte ermee vertrouwd. |
Bladzijde 92. zo al,... indien wél,.... |
Bladzijde 93. occasie gelegenheid. |
Bladzijde 94. met voordacht opzettelijk. |
Brief 21 95
Bladzijde 96. uw partij uw tegenstander. |
Brief 22 97
Bladzijde 97. zich daar... op verstaan dat ... beheersen. |
Bladzijde 98. Laat dat maar voor mij opkomen Laat dat maar aan mij over. |
Brief 24 102
Bladzijde 103. de eerste oorzaak de drijvende kracht achter de wereld. |
Bladzijde 104. mankeerde failliet ging. |
| |
| |
Bladzijde 105. behalve nog ongerekend. |
Bladzijde 106. fargon fourgon, rijtuig. |
Brief 25 106
Bladzijde 107. laat gij mi... in de pekel laat je mij ... in de steek; trente & quarante een kaartspel. |
Bladzijde 109. Epicurische genotzuchtige; bloed sukkel. |
Brief 26 110
Bladzijde 113. Griek valsspeler. |
Brief 27 114
Bladzijde 114. Meppelaar beurtschipper op Meppel. |
Bladzijde 115. veeg de dood nabij; dingsigheid genegenheid; als het nipt en wedernipt als het erop aankomt. |
Bladzijde 116. knak gekrenkt; schriftuurlijk bijbelvast. |
Bladzijde 117. pront correct; ontmunt ontgaat. |
Brief 28 119
Bladzijde 119. gespelen metgezellen. |
Bladzijde 120. overdrijvende buitengewone; uitleggen uitbreiden; post nubila... triomphat na regen komt zonneschijn: de goede zaak overwint ten slotte. |
Bladzijde 122. die ik protecteer die mijn beschermeling is. |
Brief 29 122
Bladzijde 123. om aan de snaai te komen om iets te kunnen kapen; Cromwells verwijst naar Oliver Cromwell (1599-1658), die in Engeland een revolutionair schrikbewind vestigde; de rest te geven om zeep te brengen; brak jachthond; bloodaard lafaard. |
Bladzijde 124. sofistische streken drogredeneringen; Ik word belet Er meldt zich bezoek; bij verzinning bij vergissing. |
| |
| |
Brief 30 124
Bladzijde 124. ik verzaak u ik keer me van u af. |
Bladzijde 125. Een heilig man de apostel Petrus; zie Handelingen 8:23; uitgevonden doorzien. |
Bladzijde 126. bezwaard onrecht aangedaan; de herstelling aller dingen leerstuk inhoudende dat uiteindelijk ook de afvalligen en verdoemden met God zullen worden verzoend. |
Bladzijde 128. als hem nagaat als van hem wordt gezegd. |
Brief 31 133
Bladzijde 134. maskeradepakje de ‘fijnen’ gingen gekleed in het zwart; conquêtes veroveringen; ‘schepselen, schepselen!’ schreeuwen zoals de predikers bij de fijnen dat deden; onze beste wereld toespeling op de in de achttiende eeuw populaire gedachte dat gegeven de noodzakelijkheid van het kwaad, de wereld zoals zij is geschapen de best mogelijke is. |
Brief 32 135
Bladzijde 136. van terzijde terloops. |
Brief 33 136
Bladzijde 137. voorkeuze voorkeur. |
Bladzijde 139. dat het zichzelf schaamt dat het gênant is. |
Bladzijde 140. kanten kantwerken; gemaakt zilver en goud zilveren en gouden voorwerpen. |
Bladzijde 141. colleges genootschappen, clubs. |
Brief 34 142
Bladzijde 142. het besterven eraan sterven, het niet overleven. |
Bladzijde 143. lating aderlating. |
Bladzijde 144. doodstroom onaangedaanheid. |
Bladzijde 146. piket kaartspel |
Bladzijde 147. het rare de aardigheid. |
Bladzijde 148. Cook James Cook (1728-1779), Engels ont- |
| |
| |
dekkingsreiziger. |
Bladzijde 150. vervoerd verleid. |
Bladzijde 151. leeft er niet meer daarvan is er geen tweede; Quaker lid van de Quakers, een ingetogen levende Engelse secte. |
Brief 35 152
Bladzijde 152. toestel gedoe; dat wij de dienders in onze boel hebben dat er beslag op onze boedel wordt gelegd; de Keizerskroon bekend Amsterdams venduhuis; inkopen terugkopen; Utrechtse roef kajuit van een Utrechtse trekschuit. |
Bladzijde 153. rare compeer vreemde snuiter; of hij het niet te vast heeft of hij niet geheel bij zijn verstand is. |
Bladzijde 154. Fut Ariaantje! Vergeefse moeite!; Engels koolhaalder schip dat steenkolen uit Engeland vervoerde. |
Bladzijde 155. haar eens oud beet te nemen er haar eens duchtig van langs te geven; het moeit mij het spijt mij. |
Bladzijde 156. van de moord geweten had van de zaak op de hoogte was; deegs degelijks. |
Bladzijde 157. zielverkoopster ronselaarster; ik heb toen wat overgebracht ik heb toen wat doorstaan. |
Bladzijde 158. te hei of te fij van het ene uiterste in het andere; likkepotjes geneesmiddeltjes (van een zalfachtige substantie). |
Bladzijde 159. naar de barbiers hemel gaat van z'n stokje gaat; patervlees ribstuk; sedert ... behandeld heeft Cornelia had intussen Van Veen enkele malen op hoogst onheuse toon duidelijk gemaakt dat zij geen enkele belangstelling meer voor hem had. |
Bladzijde 160. kerjeusde curieuze, merkwaardige; dat is uit met u en Arzases regel uit Balthasar Huydecopers toneelstuk Arzases of 't edelmoedig verraad (1722); heb het er... niet te breed op ben er... niet erg dol op. |
| |
| |
Brief 36 161
Bladzijde 163. gelicht in gevangenschap weggevoerd; in karakter in geheimschrift; gauw slim. |
Bladzijde 164. postchais postsjees, reiswagen. |
Brief 37 166
Bladzijde 166. armiaanse slijkgrondjes slappe principes (oorspronkelijk aan de Arminianen of Remonstranten toegeschreven). |
Bladzijde 167. ‘Mijn zoon!... hart toespeling op Spreuken 23:26, waar wordt opgeroepen tot een deugdzaam leven; Helvetius Claude-Arien Helvetius, 1715-1771, Frans materialistisch filosoof; de joodse wijsgeer Prediker. |
Bladzijde 168. rakkers helpers van de schout, voor het ‘vuile’ politiewerk; cureert geneest; beschaar verschaf je. |
Bladzijde 170. beleiden behandelen. |
Bladzijde 171. Pope Alexander Pope (1688-1744), Engels satirisch dichter; de sekse de vrouw. |
Brief 38 172
Bladzijde 172. Brutus Lucius Junius Brutus, consul van Rome (circa 500 voor Christus), liet zijn eigen zoons wegens samenzwering tegen de Republiek executeren; Cato van Utica Marcus Porcius Cato Uticensis (95-46 voor Christus), Romeins politicus, geroemd om zijn gestrenge deugdzaamheid; Titus Titus Flavius Vespasianus (39-81), keizer van Rome. |
Bladzijde 173. aanlag aanwendde; Capitool de burcht van het oude Rome; 's lands oorbaar 's lands belang; landdag vergadering van de gewestelijke staten. |
Brief 39 176
Bladzijde 178. patois dialect. |
Bladzijde 180. Quelle... taille! Wat een mooie vrouw! Wat een prachtig figuur! |
| |
| |
Bladzijde 182. enig eenzaam. |
Bladzijde 184. bedorven verdorven. |
Brief 40 185
Bladzijde 186. en mijzelf verdacht van een oogmerk namelijk een oogje te hebben op Van Arkel. |
Bladzijde 187. een nicht van mejuffrouw De Groot te weten Magdalena Klinkert; het gemeste kalf slachten enz. naar de gelijkenis van de verloren zoon (Lukas 15:11-32). |
Brief 43 193
Bladzijde 195. daar ik mij ... onthield waar ik... vertoefde; buiten bediening ambteloos. |
Bladzijde 197. onbereid onvoorbereid; zo niet dat behalve dat. |
Bladzijde 198. neem uw partij neem een beslissing. |
Bladzijde 201. Wie, zegt het heilig boek ... vrede gehad?? ‘Wie heeft zich tegen hem verhard en vrede gehad?’ Job 9:4. |
Brief 44 205
Bladzijde 206. gekrenkt geknakt. |
Bladzijde 207. ten koste van met opoffering van. |
Brief 45 207
Bladzijde 210. Welnu ... hopen bij de betreffende gelegenheid gaf Cornelia uiting aan de verdenking dat Anna haar slechts van Van Arkel wilde aftrekken om hem zelf aan de haak te slaan. |
Bladzijde 212. Eert uw vader en uw moeder enz. het vijfde van de Tien Geboden (Exodus 20:12, Deuteronomium 5:16). |
Brief 46 213
Bladzijde 217. duren het uithouden. |
Bladzijde 218. erlangen verkrijgen. |
| |
| |
Brief 47 219
Bladzijde 222. de bekeerde moordenaar de tegelijk met Jezus aan het kruis hangende misdadiger die zich tot Hem bekeerde (Lukas 23:40-43); de natuur was afgetreden haar krachten haar hadden begeven; geweldig overweldigend. |
|
|