Historie van mejuffrouw Cornelia Wildschut. Deel 3
(1793)–Aagje Deken, Betje Wolff– Auteursrechtvrijmevrouw!Het gemeene spreekwoord zegt: ‘Een brief is een andwoord waardig;’ ik zal u des kortlijk bedanken voor het belang dat gij ter goeder trouwe stelt in het geluk uwer vriendinne, mijne huisvrouw: in bijzonderheden zal ik mij niet inlaaten, eensdeels om dat ik geen tijd, anderdeels om dat ik daar geen lust altoos toe heb: ééne bedenking heb ik maar; zij is deeze: zijt gij wel in staat om te kunnen beoordeelen, in hoe verre mijne behandeling omtrent zekere Dame al, of niet te billijken zij? gij Mevrouw, kunt immers over den zedelijken inboedel van bij u onbekende lieden, zo weinig oordeelen, als over de waardij der meubilaire, in zulke huizen alwaar gij nooit verder dan op de stoep trad? | |
[pagina 63]
| |
Wat mijne zuster betreft, indien gij haar zo wèl kendet als ik haar ken, gij zoudt niet zo geheel ongunstig over haar, of haare bedoeling oordeelen; maar integendeel overtuigd zijn, dat zij het geluk van ons allen, tot haar eenig oogmerk heeft; en de ijverige vriendin mijner braave vrouw was, en blijft: gij zoud haar hoog achten en uwen invloed bij uwe vriendin gebruiken, om haar te beweegen, dat zij mijne zusters bedoeling in een beter licht beschouwdet: met de grootste achting voor uwe goede welmeenendheid, noeme ik mij,
Mevrouw, UEds. gehoorzaame Dienaar.
paulus wildschut. |
|