Historie van mejuffrouw Cornelia Wildschut. Deel 3
(1793)–Aagje Deken, Betje Wolff– AuteursrechtvrijBetje Wolff en Aagje Deken, Historie van mejuffrouw Cornelia Wildschut. Deel 3. Isaac van Cleef, Den Haag 1793
-
-
gebruikt exemplaar
exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: 3679 E 5
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van het derde deel van Historie van mejuffrouw Cornelia Wildschut van Betje Wolff en Aagje Deken uit 1793.
redactionele ingrepen
p. 205: dedachtzaam → bedachtzaam, ‘doch men leert een kind bedaard, bedachtzaam, oprecht, naarstig’
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina ongenummerd (p. I)]
Historie
van Mejuffrouw
Cornelia Wildschut;
of,
De gevolgen der opvoeding;
uitgegeven
door
E. Bekker,
Wed. Ds. Wolff,
en
A. Deken.
[Niet vertaald.]
Derde deel.
in 's Graavenhaage, by
Isaac van Cleef,
mdccxciii.
[pagina ongenummerd (p. 389)]
Inhoud van het derde deel.
Eerste brief. Mevrouw Christina Lenting, aan den Wel Edel. Achtbaaren Heere, den Heere Jacob Lenting. | Bladz. 1. |
Tweede brief. De Heer Paulus Wildschut, aan Mevrouw Elizabeth Stamhorst. | 10 |
Derde brief. Mevrouw Francina Wildschut, aan Mevrouw Margaretha Richters. | 21 |
Vierde brief. Mevrouw Margaretha Richters, ten antwoorde. | 41 |
Vijfde brief. Mevrouw Margaretha Richters, aan den Heere Paulus Wildschut. | 55 |
Zesde brief. Andwoord op den voorgaanden. | 62 |
Zevende brief. De Heer Hendrik van Arkel, aan Mevrouw Christina Lenting. | 63 |
Agtste brief. De Heer Hendrik van Arkel, aan Mejuffrouw Cornelia Wildschut. | 69 |
Negende brief. Mevrouw Francina Wildschut, aan Mevrouw Elizabeth Stamhorst. | 71 |
Tiende brief. Mevrouw Christina Lenting, aan den Heere Hendrik van Arkel. | 86 |
[pagina ongenummerd (p. 390)]
Elfde brief. De Heer Hendrik van Arkel, aan Mevrouw Christina Lenting. | 98 |
Twaalfde brief. Mevrouw Elizabeth Stamhorst, aan Mevrouw Francina Wildschut. | 101 |
Dertiende brief. Mevrouw Elizabeth Stamhorst, aan Mejuffrouw Cornelia Wildschut. | 125 |
Veertiende brief. Juffrouw Elizabeth Stamhorst, aan Juffrouw Cornelia Wildschut. | 134 |
Vijftiende brief. Mejuffrouw Elizabeth Stamhorst, aan Mevrouw Francina Wildschut. | 137 |
Zestiende brief. Juffrouw Elizabeth Stamhorst, aan den Heere J. van Veen. | 150 |
Zeventiende brief. Juffrouw Anna Hofman, aan Juffrouw Sara Sadelaar. | 171 |
Agttiende brief. Juffrouw Cornelia Wildschut, aan den Heere Hendrik van Arkel. | 198 |
Negentiende brief. Juffrouw Sara Sadelaar, aan Juffrouw Anna Hofman. | 201 |
Twintigste brief. Juffrouw Anna Hofman, aan den Heere Reinier Walter. | 214 |
Een- en- twintigste brief. Juffrouw Sara Sadelaar, aan Juffrouw Cornelia Wildschut. | 233 |
Twee- en- twintigste brief. Mevrouw Christina Lenting, aan den Heere Hendrik van Arkel. | 242 |
Drie- en- twintigste brief. Mejuffrouw Cornelia Wildschut, aan Mevrouw Christina Lenting. | 245 |
Vier- en- twintigste brief. De Heer Hendrik van Arkel, aan zijne zuster. | 252 |
[pagina ongenummerd (p. 391)]
Vijf- en- twintigste brief. Mevrouw Francina Wildschut, aan Juffrouw Elizabeth Stamhorst. | 262 |
Zes- en- twintigste brief. Juffrouw Cornelia Wildschut, aan Juffrouw Petronella Aalders. | 272 |
Zeven- en- twintigste brief. De Heer Samuel de Groot, aan den Heere Paulus Wildschut. | 281 |
Agt- en- twintigste brief. Juffrouw Anna Hofman, aan Juffrouw Sara Sadelaar. | 295 |
Negen- en- twintigste brief. Mevrouw Christina Lenting, aan den Heere Hendrik van Arkel. | 320 |
Dertigste brief. Dezelfde, aan Mevrouw Francina Wildschut. | 323 |
Een- en- dertigste brief. De Heer Hendrik van Arkel, aan Mevrouw Christina Lenting. | 325 |
Twee- en dertigste brief. Den Heer Hendrik van Arkel, aan den Heere Paulus Wildschut. | 333 |
Drie- en dertigste brief. Mevrouw Francina Wildschut, aan den Heere Hendrik van Arkel. | 339 |
Vier- en dertigste brief. De Heer Jacob Lenting, aan den Heere Paulus Wildschut. | 347 |
Vijf- en- dertigste brief. Mevrouw Christitina Lenting, aan den Heere Hendrik van Arkel. | 353 |
[pagina ongenummerd (p. 392)]
Zes- en- dertigste brief. De Heer Reinier Walter, aan Juffrouw Anna Hofman. | 356 |
Zeven- en- dertigste brief. De Heer Cornelis de Groot, aan zijne Ouders. | 363 |
Agt- en- dertigste brief. De Heer Cornelis de Groot, aan Juffrouw Anna Hofman. | 368 |
Negen- en- dertigste brief. Juffrouw Anna Hofman, aan den Heere Reinier Walter. | 383 |
Einde van het Derde Deel.